Aan mijn blogs kon je al zien dat ik een inspirerende studiereis heb gehad en dat ik ook al eens stil heb gestaan bij wat ik mee terug zou nemen. Mooi vond ik het dat mijn studie master SEN steeds verweven bleef tijdens deze reis. Moeilijk vind ik het om zo veel ervaringen en indrukken en dus ook deze eindreflectie kort weer te geven in een blog(dat zijn ze dan ook niet, maar ik kan er nog veel meer over vertellen).
Ik begon met onderstaande leervragen aan deze studiereis;
*Wat is de visie op bewegen en leren en hoe wordt dat in de dagelijkse praktijk toegepast?
*Hoe wordt er omgegaan met ‘motorisch onrustige’ leerlingen?
*Graag wil ik ervaren hoe ze de leerling een stem geven en hoe het eruit ziet als dit de hele dag structureel wordt toegepast.
*Hoe begeleidt de leerkracht de verschillende leerprocessen?
*Hoe daagt hij ‘motorisch onrustige’ leerlingen uit tot een gesprek waarbij ze hun stem laten horen, hoe krijgt hij de intrinsieke motivatie op gang?
Wat ik heb mogen ervaren;
*Het bewegend leren hoeft niet ingewikkeld te zijn. Gebruik maken van de kwaliteiten van leerkrachten en fantasie in je dans, muziek en bewegingen. Daarbij dicht bij de belevingswereld van de kinderen blijven en gebruik maken van de thema’s en begrippen die op dit moment belangrijk zijn. Motorisch onrustige leerlingen de kans geven om te bewegen en dus afwisselend te werken met het stellen van eisen hieraan en het geven van bewegingsruimte zonder eisen. De leerkrachten verwachten dat de leerlingen steeds langer zichzelf met gerichte bewegingen kunnen focussen op hetgeen wat geleerd moet worden. De lessen met beweging wisselen ook weer de lessen zonder beweging af.
*Bij Mission Hill vond ik het mooi om te zien dat er een sensorische integratie (SI) kamer was en een breakout room en dat de kinderen ook de gang konden gebruiken om in hoeken even te chillen of om even rond te wandelen. Er komt met regelmaat een SI therapeut op school en die werkt in de SI ruimte of in het eigen lokaal met de leerlingen. De focus in het lokaal lag dan vooral op het te maken werk en dan afgewisseld met SI oefeningen zodat het werken niet aaneengesloten hoefde, want dat ging ook niet, maar dat er wel zo veel mogelijk gewerkt wordt. Ik zag hoe ze eenvoudige SI oefeningen in de klas integreerden met een leerling, zonder dat er iemand last van had, prachtig!
*Leerlingen mogen werken aan projecten waarbij ze hun interesses kunnen tonen. De leerkracht leert de leerlingen nog beter kennen doordat de leerkracht de leerlingen coachend begeleidt door middel van het stellen van procesgerichte en reflectieve vragen. In dit concept zie je dat ook de motorisch onrustige leerlingen gemotiveerd en betrokken zijn en vallen deze leerlingen minder op binnen de groep. Ook doordat er buiten de kleine instructiekring vaak meer geluid en beweging is, valt het niet op als een kind wat vaker beweegt of geluid maakt binnen de instructiekring. Tijdens de projecttijd heeft de leerkracht ruimte om samen met de leerling te kijken welke werkvorm het best past bij de leerling.
*Alles wat leerlingen en leerkrachten deden stond met elkaar in verbinding en ontstaat door de communicatie en het wederzijdse vertrouwen en respect, CONNECTION vond ik dan ook een erg mooi woord!
Op dit moment denk ik dat…..
-communicatie het meest belangrijk is.
-het belangrijk is om werkvormen in te zetten waarbij de leerkracht de leerlingen echt leert kennen en de leerling ook meer over zichzelf leert.
-het belangrijk is dat verbanden moeten worden gezien en ervaren.
-het steeds een balans zoeken is tussen gewoon doen en anders doen wanneer het nodig is, maar dat dan wel weer normaal vinden en integreren in je klas. Ieder kind is uniek en vergt een unieke aanpak!
-bewegend leren een meerwaarde heeft, zeker voor motorisch onrustige leerlingen.
Dit betekent voor mijn handelen;
-Meer vertrouwen hebben/ tonen/ernaar handelen.
-Kunnen loslaten; van sommige gewoontes/organisatie, de leerlingen meer vrijheid en verantwoordelijkheid geven, de methode kritisch bekijken en niet altijd resultaat gericht zijn.
-Oefenen in het stellen van coachende vragen.
-Meer van en met elkaar leren.
-Meer doen van dingen die werken, waar ik tevreden over ben.
Wat ik meeneem naar mijn klas:
-Ik ga kinderen beter leren kennen, door andere vragen te stellen, er dieper op in te gaan, het proces en de reflectie centraal stellen, de oplossingsgerichte communicatie verder door te voeren en door wekelijks even tijd te geven om te werken aan een zelf gekozen onderwerp. Een vraag van de dag centraal stellen. Beide eerste acties afgelopen week ingezet en wat zijn de leerlingen enthousiast! Laatste actie staat gepland voor volgende week. Binnen het team delen we de visie en worden er afspraken gemaakt voor de eerste gesprekken met leerlingen.
-Ik ga de peer groep van het kind meer betrekken, door bijvoorbeeld de kinderen te laten zien wie dezelfde interesses heeft, maar ook door zelf minder te helpen en de kinderen erop te wijzen dat ze meer gebruik kunnen maken van die peer groep.
-Het bewegen binnen en buiten de klas zoals Rots&water oefeningen, energizers, sensorische integratie oefeningen en de beweeghoek verder ontwikkelen en daarbij kijken of ik vakken/behandelde termen hierin kan combineren. Zeker het handelingsniveau van Wizwijs behouden. Samen met de directie en andere CES reizigers van onze school hebben we al een bijeenkomst gepland om onder andere hierover te “sparren”.
-Ik ga eens kijken hoe het bevalt om een les biologie te combineren met een tekenles (Daarbij ook lezen en woordenschat). Is in ontwikkeling!
-Less is more, dus kritisch bekijken of een kind wel alles moet maken….. Samen met de IB-er deze week gekeken bij een leerling hoe we dit vorm kunnen geven (vooral ook: wat moet ik loslaten en hoe begeleid ik…) en tijdens de lessen ben ik daar ook al mee bezig geweest.
-Presenteren aan mijn team van bevindingen van mijn studiereis, mijn MasterSen onderzoek en mijn “proeftuintjes”.
-Voor mijn functie als gedragsspecialist heb ik gezien hoe ik in de klas met leerlingen kan werken, maar ook de overeenkomsten hoe ik bij de Master Sen heb geleerd hoe ik leerkrachten kan begeleiden bij problemen met leerlingen, dus dat wil ik ook zeker toe gaan passen.
-Wekelijks mailcontact met ouders behouden, blog en expertise ouders beter gebruiken.
Tot slot een opmerking van een “speciale” leerling op een inclusieve school die ik heb mogen ontmoeten:
” Thanks that you wanted to meet me! ”
Ik ben dankbaar dat ik de kans heb gekregen om deze studiereis te maken en dat ik haar heb mogen ontmoeten op een van deze bijzondere scholen in Amerika.
mooie reflectie! Misschien is het een idee om de leerlingen te betrekken in het contact wat je met ouders hebt (al of niet via de mail) > zie bijvoorbeeld idee van Peter daarover. En wat een mooi idee om de peer van kinderen meer te betrekken!