Iedereen telt mee

We zijn inmiddels ruim twee weken terug uit de USA. Het was een machtig mooie ervaring die je daar moet kunnen beleven, voordat je begrijpt hoe het werkt. Het bezoek aan de CES scholen heeft mij veel gebracht. Ik ging er naar toe vooral om te kijken hoe ze daar omgaan met kinderen die meer uitdaging nodig hebben. Ik werd verrast met een werkwijze waarbij je geen aparte plusklas meer nodig hebt voor kinderen die op cognitief gebied meer aankunnen. Bij de CES-scholen wordt er vanaf het begin op school ingespeeld op individuele keuzes en behoeften van kinderen, op de motivatie om te leren en om het leren leuk te vinden. Passie te krijgen voor het ontdekken van dingen.

Talent wordt niet alleen op cognitief vlak gezien. Kinderen kunnen ook talent hebben bij het koken enzovoorts. Bij de CES scholen zijn ze gericht op het versterken van de hersenen alsof het een spier is. Centraal staat het leren denken, de habits of mind, zoals kritisch leren denken. Dit is belangrijker dan het vullen van de hersens met feitjes.

Kinderen leren ook al vroeg om zelf vragen te stellen over wat ze willen leren.  Zoals het meisje van vier jaar dat tijdens het kleien aan mij vraagt: kun je me leren om een poppenhoofd te kleien?

Bij de oudere kinderen zie je dit terug tijdens het werken met thema’s. Kinderen leren om een onderwerp uit de diepen door de juiste vragen te stellen bij een project. De kennis die kinderen opdoen kunnen ze thuis delen met broertjes of zusjes omdat thema’s elk jaar centraal over de gehele school worden aangepakt. Zoals de Bronxrivier, waarbij de kleintjes een schilderwerk maken en de oudere leerlingen stroomsnelheden gaan bekijken. Een excursie en expositie horen ook bij het project.

De leerkracht coacht dergelijke projecten met behulp van reflectievragen aan het kind zoals: Waar liep je tegenaan? Hoe heb je het opgelost? Wat zou je volgende keer anders doen? De leerkracht volgt elke kind in zijn of haar ontwikkeling. Individueel.

Op het VO leren de kinderen ook hoe hersenen werken, je leert te ontdekken wat je eigen leerstijl is, wat je al goed kan en waar je nog meer moeite voor moet doen. Kinderen worden gecoacht om naar zichzelf en hun eigen leerproces te leren kijken. Daarbij krijgen ze les in drie hoofdvakken, waarbij vaardigheden worden geïntegreerd. Op het ene hoofdvak kun je je verder ontwikkelen dan het andere. Centraal staat: Be kind and work hard. De kennis wordt overgebracht vanuit alle zintuigen. Zo leer je Spaans met een lolly in de mond, je staat en beweegt in een kring, spreekt met elkaar en deelt gekleurde plaatjes rond. Leren is fun.

Wat neem ik hiervan mee voor De Korenaer? Meer individuele gesprekjes met het kind, werken met projecten (schoolbreed) en thema’s zodat het creatief denken meer aan bod komt, evenals vaardigheden, plezier in het leren en ontwikkeling niet alleen cognitief gebied. Gebruik stiften, verf, klei en werk aan een project vanuit het creatief maken van iets tastbaars. Een brede ontwikkeling en eigen keuzes maken doen we deel al in de plusklas, echter deze wijze van denken is voor alle kinderen van belang. Iedereen telt mee.

Werken in domeinen omvat alle leergebieden

Verbluffend. Spaans leer je hier door middel van humor, spelletjes, beweging, plaatjes, uitspraken, snoepen en schrijven. Binnen het vak art en humanistiek pak je alle vakken samen. Afgelopen twee weken hebben de kinderen in deze klas gewerkt aan een project waarbij ze een speech moesten schrijven over verschillende onderwerpen zoals de Vietnamoorlog. Als een soort rechter moesten ze hun mening weergeven in een debat met een klein groepje en vervolgens een speech schrijven om hun mening weer te geven. De leerkracht heeft de speechen nagekeken en opmerkingen erbij geschreven. Volgende week moeten de kinderen netjes gekleed naar school komen en gaan ze hun presentatie geven voor publiek. Je ziet de excitement bij de kinderen hierover.

Wat neem ik mee? Het werken in domeinen.image

image

Lessen in leren leren

imageKinderen in de brugklas krijgen hier twee keer per week les waarbij het leren leren centraal staat. Vanuit een boekwerk is het eigen leerproces vanuit zelfonderzoek en reacties van de leerkracht zichtbaar. Het boek bestaat uit onderdelen zoals wat is mijn leerstijl, wat is mijn talent vanuit meervoudige intelligentie, waar moet ik veel moeite voor doen om te leren en welk domein vind ik makkelijk om te doen, hoe werken hersens en hoe werkt het leerproces. De leerkracht schrijft als coach haar reactie bij onderdelen en begeleidt zo het proces.

Bij deze les beginnen de kinderen met een opdracht om het creatief denken te stimuleren. Ze zitten met vijf kinderen aan een tafel. In totaal zijn er achttien kinderen in de klas. Ze krijgen een briefje waarop ze mogen schrijven wat voor hen assessment is. Vervolgens wordt dit centraal besproken, waarbij de leerkracht het verschil aangeeft tussen formative en summative assessment. De volgende opdracht die de leerkracht geeft is om het assessment support op Parker weer te geven in een visual. Het groepje waar ik bij zit ziet assessment als een berg waar je op klimt met mensen om je heen die je supporten. Dan volgt een nabespreking.

Wat neem ik mee? Aparte lessen om het leren leren te leren kennen en om de kinderen te helpen bij het ontdekken van het eigen leerproces, met een volwassenen/leerkracht als coach.image

What pushes us/you forward helpt kinderen na te denken over het denken

imageimageHet bezoek aan de Parker Charter Essential School begint met een gesprek met een goep kinderen van 14 jaar. Ook hier is te zien dat de kinderen hebben geleerd om hun eigen keuzes te maken in het leven. Dat is al zichtbaar in hoe ze zichZelf presenteren en kleden. Een aantal kinderen behoort tot de sportieve groep, enkele zijn meer schoolgericht, een enkeling is creatief.

Als belangrijkste kenmerk van de school noemt een aantal kinderen à tone of decency and trust, de kinderen geven aan dat de leerkrachten bijvoorbeeld toestaan dat ze zelf alleen in het gymlokaal basketballen. Het onderling vertrouwen is groot. De kinderen mogen zelf aangeven welk CES principe bij hen past. Veel kinderen noemen het principe less is more, depth over coverage; ze vinden het fijn om de diepte te zoeken bij onderwerpen.

Om less is more vorm te geven kiezen ze onder school voor drie hoofdvakken waarbij ze de kinderen de vaardigheid leren om te denken in plaats van alles te willen aanbieden. Aandacht voor de habbits of mind. Ze kiezen voor de domeinen/vakken: 1) arts and humaniteit 2) math, sciencefiction and technology en 3) Spaans. Het curriculum van de school is opgebouwd uit drie divisions. Kinderen kunnen per domein/vak sneller of langzamer door de divisions gaan. Dat wordt bekeken aan de hand van een portfolio.

Elk jaar staat een essentiële vraag centraal die door kinderen in een retraitekamp zelf zijn opgesteld en gekozen. De essentiële vraag waar de kinderen dit jaar aan werken is: What pushes us forward? Dit wordt ook naar het individu vertaald zoals wat pushes jou verder.

De domeinen zijn gericht op vaardigheden zoals bij arts op lezen, schrijven, luisteren. Criteria voor excellente worden ook gegeven. Denk aan Kritisch denken, en andere habbits of minds. Deze worden meegenomen om de kinderen te leren levenslang te kunnen leren.

Wat neem ik mee? Werken in enkele domeinen. Aandacht voor de habbits of minds; kinderen leren om levenslang te kunnen denken. Het kiezen van een essentiële vraag zoals what pushes us forward of what is community.image

Een portfolio helpt om kinderen trots te laten zijn op hun werk

Er volgt een gesprek met twee meisjes uit groep acht over het portfolio dat ze het vorig schooljaar hebben gemaakt. Dit wordt in groep zeven en acht gedaan als opstart naar het VO. In het portfolio zitten enkele grote opdrachten zoals een rekenproject, drie literaire werken, een geschiedenisproject en in groep acht voegen de kinderen daar ook een kunstproject aan toe. De onderwerpen variëren van Pocahontas in het kader van geschiedenis en het maken van kaarsen tijdens een werkkamp waarbij het meisje ook beschrijft hoe zij hierdoor beter leerde om te gaan met haar verlegenheid. Het andere meisje laat een eigen geschreven verhaal zien, waarbij duidelijk wordt dat ze later best schrijfster zou willen worden, ook al weet ze het nog niet zo precies.

De kinderen maken het portfolio in de maanden mei en juni. Ze krijgen onder meer een adviseur/ begeleider vanuit school om het portfolio te maken en er helpt iemand vanuit het gezin. Zo’n vier keer per week hebben de meisjes contact met de begeleider vanuit school.

Als het portfolio klaar is volgt een presentatie van een uur aan mensen van school en ouders. De meisjes vertellen dat ze het spannend vonden om dat te doen, maar achteraf zijn ze trots op wat ze allemaal hebben geleerd en gemaakt.

De gedachte is dat de leerlingen de habbits of mind hebben geïntegreerd en zelf kunnen aangeven waar ze tevreden over zijn en wat ze de volgende keer beter zouden doen. De begeleidster vanuit school geeft aan dat de leerlingen soms een project opnieuw moeten doen, als ieder het ermee eens is dat het werk niet goed is. Soms blijkt in het zevende jaar dat het kind nog niet klaar is voor het achtste jaar en het VO. Dan doet het kind groep zeven overdoen.

Wat neem ik mee? Kinderen de mogelijkheid geven om trots te zijn op hun werk middels een portfolio. imageKinderen hun werk laten presenteren voor ouders en mensen van school. Kinderen per onderwerp zelf een keuze laten maken voor de verdieping.

Leren om hard te werken en vriendelijk te zijn

imageEen rekenles in een bovenbouwklas bestaande uit vijftien leerlingen, waarvan vijf meisjes. Een kind heeft zijn rugtas om, een meisje heeft haar winterjas aan in de klas. Ze kiezen een eigen plekje aan vijf grote tafels. Het is zichtbaar dat er in deze klas veel kinderen zitten met specials needs. De leerkracht vraagt aan de leerlingen om op het bord de belangrijkste woorden uit de rekenles te tekenen zoals wat is de helft, wat is eenzesde enz. Kinderen lopen vrij naar voren. De leerkracht legt aan een kind die ouder lijkt en die het niet begrijpt, het verschil uit tussen de concepten een deel en geheel. Als een leerling uit de groep hierop reageert zegt de leerkracht: “Nou en, we hebben allen een geweldig brein dat werkt op een andere manier.” De leerkracht legt het verschil uit tussen teller en noemer. Daarbij gebruikt hij verhalen. Als de leerling zijn gedachten op het bord opschrijft zegt de leerkracht: “Tell me the story, what is goiing on.” Hij helpt kinderen om hun denken in woorden weer te geven.

Dan ga ik naar een groep waar kinderen van negen en tien jaar bezig zijn met een project over het weer. Amber zit met haar vriendinnetjes te werken aan een tekening van verschillende weertypes. Ze zitten aan een ronde tafel. Niemand lijkt een vaste plek te hebben. We babbelen over wat ze op school leren, over wat ze graag eten, over dat ze de ochtend op school zijn gestart met het doen van spelletjes en over verkiezingen. Op de vraag als ze iets zouden kunnen veranderen aan school, wat ze zouden willen veranderen, geeft een meisje als antwoord dat ze meer les zou willen krijgen in scheikunde. Het andere meisje wil dierenarts worden. Het is opvallend hoe open kinderen hier zijn. Op de vraag wat ze hier leren zeggen ze: “Om hard te werken en vriendelijk te zijn.” Een meisje voegt daaraan toe: “We leren hard om vriendelijk te zijn.”

Wat neem ik mee? Geen vaste plek in de groep maar ronde tafels waardoor kinderen meer zelf kunnen kiezen waar ze gaan werken, laat kinderen een onderwerp beleven met behulp van materiaal, tekenen, praat met kinderen over waarom kinderen naar school gaan.

Window and mirror

Bij The Mission Hill School in Boston is het belangrijkste kenmerk op school wederzijds respect, van leerling tot leerling, van leerling tot leerkracht, van ouder tot leerkracht enz. Daarbij gaat het erom om van elkaar te leren door te reflecteren. Zodat je het de volgende keer beter kan doen.
Zo’n 35 procent van de leerlingen op deze school heeft special needs. Uit onderzoek blijkt dat met name bij de jongens uit deze regio veel lees- en gedragsproblemen voorkomen. Door onder meer te werken vanuit thema’s kunnen alle kinderen op hun eigen wijze leren. Er zijn geen speciale programma’s of individuele leerplannen voor kinderen die snel leren. De thema’s zijn zodanig open van eind dat diepgang mogelijk is. Een leerling heeft bijvoorbeeld een keer een heel theaterstuk geschreven. Het versnellen van leerlingen komt op deze school nauwelijks voor. Het labellen van kinderen wordt ook zoveel mogelijk voorkomen. Je kunt namelijk op meerdere gebieden talent hebben.
Het principe van de school is dat de wereld om ons heen zodanig snel verandert dat de kinderen hier op school alleen hoeven te leren om als het ware door een raam naar de wereld om hen heen te kijken en in een spiegel om naar zichzelf te kijken, vandaar de termen window and mirror.image

Snel lerende kinderen blijven in hun leeftijdsgroep, maar wel met aanpassingen

Kinderen die sneller leren blijven hier in de reguliere groep gebaseerd op hun leeftijd. Maar ze kunnen als ze vooruit zijn bij bijvoorbeeld lezen meedoen bij een hogere groep of ze krijgen bij het rekenen meer complexe opdrachten aangereikt of de leerkracht vraagt aan de leerling om uit te leggen of je de som ook op een andere manier kan uitrekenen. In de jongere groepen beginnen ze een rekenles met het natekenen van de geometrische figuren uit het schilderwerk van Kandinsky. Met klassieke muziek op de achtergrond. In het werk zie je de diversiteit in de ontwikkeling van de leerlingen op dit vlak. Bovendien zet deze manier van werken de luiken open tot het willen leren.image

Kinderen laten via een chatsessie zien wat ze hebben gemaakt als inspiratie en kopen materiaal voor hun eigen project

image
De kinderen uit de hogere groepen chatten in het technieklokaal samen met de leerkracht met een kind in een andere staat. Via het smartbord hebben ze facecontact. De leerlingen lezen voor wat het meisje schrijft. De leerkracht geeft de kaders van de les duidelijk aan. Ze zegt: Niemand wil zijn tijd verspillen aan kinderen die zich niet focussen. Dus kun je je niet focussen, dan ben je uit het programma. Het meisje laat via facecontact zien welke projecten ze heeft gedaan op school onder meer over Halloween. Daar heeft ze foto’s van gemaakt en teksten bij geschreven. De kinderen zijn hiervan onder de indruk. Dan vertelt de leerkracht dat alle kinderen zelf een project mogen maken. Elk kind krijgt van de leerkracht als het ware twee dollars te besteden om een eigen project uit te voeren. Ze lopen samen door de gang zodat de kinderen kunnen kiezen welke materialen in het gebouw ze voor hun twee dollar willen kopen om het project uit te voeren. Een nieuwe aanpak die ik vanuit Nederland nog niet eerder heb gezien.

Schoolbreed werken aan een jaar thema zoals De Rivier

Bij de school Bronx Community Charter School werken de kinderen ook aan projecten. Over de gehele school heen zijn alle kinderen dit jaar bezig bezig met het onderwerp De rivier, die in de buurt ligt. Alle leerlingen beginnen de eerste zes tot acht weken met het bestuderen van het onderwerp. Ze maken per groep een plan wat ze willen leren en hoe ze dat willen delen met anderen. Daarna gaan de kinderen op bezoek naar de rivier. Dit brengt mogelijkheden om over de groepen heen contacten te leggen met elkaar en de interesses te delen. In de schoolbus delen kinderen uit verschillende leerjaren hun ervaringen. Ook thuis. Kinderen maken per groep een eigen project aan de hand van het bezoek aan de rivier. Soms is dat een expositie waar ook de ouders naar toe kunnen. Dit brengt een unieke kans om ouders te laten zien hoe het leren in actie plaatsvindt. Het vorig jaar was het thema gericht op het menselijke lichaam. Het zijn prachtige en rijke leerervaringen.imageimageimageimage