Leren zonder boeken

Mijn hoofd loopt over van ideeën om mijn lokaal te veranderen. Maar niet alleen mijn lokaal moet worden veranderd, ook mijn manier van denken en handelen in de klas.

Voor een rekenles pak ik de methode erbij, hetzelfde doe ik voor taal, spelling, begrijpend lezen en ga zo maar door.

Als ik hier in een klaslokaal kijk, vind ik nergens een boek. De leerlijn is bekend bij de leerkracht en met die doelen in het achterhoofd worden de lessen gegeven. 

Als dat hier kan, moet dat in mijn klas ook kunnen. Maar wat heb ik daarvoor nodig? 

Ik moet de leerlijnen duidelijk voor ogen hebben en welke doelen ik per periode wil bereiken. Hierop moet ik mijn lessen aanpassen. Niet alles hoeft zonder boek, maar veel doelen kunnen betekenisvol gemaakt worden. Kinderen zullen hierdoor meer plezier krijgen in het leren. 

Klinkt als een win-win situatie. Dinsdag gelijk mee beginnen!

Verwacht niet iets van je leerlingen wat je zelf ook niet zou kunnen

Dag 3 alweer. Vandaag helaas maar een halve dag rond kunnen kijken bij Castle Bridge. Veel dingen zien gebeuren en nog meer vragen die daardoor bij me op kwamen. Leerkrachten laten kinderen zelf een keuze maken over hoe en waar ze gaan zitten in de klas. Bijna constant lopen er kinderen rond en zoeken kinderen een andere plek om te gaan zitten. Ik heb daar last van, daarom zou je dit in mijn klas nooit zien. Maar gaat het in mijn klas om mij? Nee! Het gaat om de kinderen. Hebben deze kinderen daar last van? Blijkbaar niet, ze werken gewoon door en zijn actief bij de les betrokken. 

Kan ik mezelf concentreren als ik van half 9 tot half 3 achter mijn bureau zit en 2x per dag een kwartiertje mag bewegen? Nee! Waarom verlang ik dit dan wel van mijn leerlingen? In mijn hoofd zitten een heleboel vragen, maar ook zeker ideeën over hoe ik dit in mijn klas kan veranderen. 

Durven loslaten, denken in mogelijkheden

Vanmorgen opgestaan en geprobeerd om alle indrukken van gisteren even te laten voor wat het is. Vandaag stond een bezoek aan ‘The Neighborhood School’ op de planning. Weer zoveel nieuwe indrukken en nog meer ideeën die ik in de klas zou willen toepassen.
Maar zoals ik gisteren al schreef, daarvoor moet de knop om. Dingen loslaten en denken in mogelijkheden. 

Dus bij deze…

Wat ik los ga laten: 

– denken dat iets niet anders kan, omdat ik alleen voor de klas sta.

– denken dat iets niet anders kan, omdat ik de ruimte niet heb.

– denken dat iets niet anders kan, omdat collega’s het anders doen.

– excuses zoeken om niets te hoeven veranderen.

Hoe ik ga denken in mogelijkheden:

– kan ik mijn klaslokaal anders/beter inrichten?

– kan ik anders omgaan met/reageren op vragen van kinderen?

– kan ik de kinderen meer eigenaar maken van hun leerproces?

– kan ik het idee van Projecttime toepassen in mijn klas?

Dit laatste rijtje zal de komende dagen vast nog langer worden, maar het begin is er. Ik kijk uit naar het bezoek van morgen!

De eerste indrukken, wat wil ik anders gaan doen?

Wat een indrukken tijdens het eerste bezoek. Zoveel gezien en zoveel om over te vertellen.Enthousiaste leerkrachten op een school waar niet alles even soepel verloopt, net zoals op iedere school. Kinderen doelen laten behalen door ze zelf te laten nadenken en niet na te denken voor de leerlingen. Vertrouwen in het kunnen van de leerlingen en durven loslaten door de leerkracht. Oog hebben voor het individuele kind en de tijd nemen om met ze in gesprek te gaan. Stuk voor stuk dingen die ik erg mooi vind, maar niet altijd even makkelijk zijn om door te voeren in de klas. Maar waarom niet? Bang voor veranderingen, bang om anders te zijn dan collega’s, bang voor de reacties van anderen, bang om te falen? Een knop omzetten en durven om anders te zijn dan anderen. Dat is dan wel weer makkelijker gezegd dan gedaan.

Benieuwd naar wat de volgende bezoeken gaan brengen…

‘Zo, jij hebt het goed voor elkaar!’

Zomaar een zin die ik de afgelopen maanden vaak heb gehoord. Afgelopen mei zijn we met team De Teugelaar en team IKC De Regenboog naar Kopenhagen geweest om daar het onderwijs te gaan bekijken. En dan mag ik in november weer naar Amerika.

Onderwijs wordt overal op een andere manier ingevuld. Ondanks de verschillen doen we allemaal ons best om zo goed mogelijk onderwijs te verzorgen en onze kinderen zoveel mogelijk mee te geven. Dit doen we allemaal op de manier waarvan wij denken dat het de beste is. Hoe fijn is het dan om op andere plekken te gaan kijken en van elkaar dingen te leren.

Het afgelopen jaar zijn we op De Teugelaar begonnen met lesgeven via EDI. Dit houdt in dat er lesgegeven wordt vanuit een lesdoel en dat de kinderen allemaal op hetzelfde niveau geactiveerd worden om mee te doen tijdens de les.
Daarnaast zijn we bezig met het duidelijk vormgeven en documenteren van diagnostische kindgesprekken.

Vanuit deze twee punten heb ik de volgende leervragen opgesteld:
– Leren vanuit gestelde doelen of vanuit methodes: hoe wordt hier in Amerika mee omgegaan? Zijn er methodes waaruit gewerkt wordt, of wordt er vanuit een lesdoel onderwezen?
– Hoe wordt er gedifferentieerd binnen de CES scholen?
– Worden er diagnostische kindgesprekken gehouden? Hoe passen deze binnen de planning van de leerkracht en hoe worden deze gesprekken verwerkt?

Ik kijk er erg naar uit om te zien hoe ze hier in Amerika mee om gaan en ideeën mee te nemen om mee aan de slag te kunnen gaan.

En ik moet toegeven; als ik er zo over nadenk, heb ik het best goed voor elkaar!