#CESinActie

Het is 12-12, #POinActie dag, en ook ik staak mijn werkzaamheden als leerkracht PO omdat ik sta voor goed kwalitatief en passend onderwijs voor kind én leerkracht.

Als ik deze dinsdag wakker word, merk ik dat het al licht is!  De zon schittert in de sneeuwresten van de enorme hoeveelheid die afgelopen dagen over ons is neergedaald.  Een dag waarop de zon haar werk doet en het gevallen wit onzichtbaar sublimeert of verandert in wegsijpelend water.  Wat blijft er nog over van het landschap dat gisteren nog “ooh’s” en “aaah’s” opriep en velen naar de camera deden grijpen om vooral die momenten van verwondering vast te willen leggen?

Slecht zes weken herfst zitten er tussen die warme nazomerzon die ik op die laatste dag in Boston zo koesterde en die fel spiegelende winterzon van vandaag. Een dag waarop het onderwijs in Nederland even stil staat; een dag van reflectie.   Hoe staan we er voor met alle goede bedoelingen, hoe sta ik er voor in mijn groep 5…  waait de wind nu uit een andere hoek,  welke vlokken zijn overgewaaid uit Amerika en welke neerslag is alweer verdampt?

Relatie

Wat veel indruk op me heeft gemaakt is van de waarde van de persoonlijke relatie tussen leerkrachten en kinderen die ik in de USA gezien heb. En de gevonden herbevestiging van wat het hart van mijn vak is.  Het is ook die persoonlijke relatie die voor mijn gevoel stevig onder druk staat door gebrek aan tijd en rust voor aandacht, grote klassen, cognitieve prestatiedruk, organisatievraagstukken etc.  Hoe geef ik die in mijn eigen praktijk vorm of beter gezegd hoe versterk ik die?

Het mooiste element van mijn werkplezier is misschien wel het met kinderen een gesprek te hebben waarbij de groei en ontwikkeling voelbaar of zelfs zichtbaar is.  Dit kan net zo goed een gesprek zijn over een rekenprobleem,  een spellingscategorie als over een sociaal emotionele kwestie.  Een vervelende situatie, gemaakte fouten, frustraties over iets wat nog niet lukt, accepteren als iets moois, zowel door leerkracht als kind. Als een startpunt om van daaruit verder leren: the power of ‘yet’ (de kracht van ‘nog’).  Een vaste mindset tot een groeimindset weten te bewegen.
Aandacht voor het individu door met elk kind ’s morgens even echt hand- en oogcontact te maken bij de deur.
Maar ook echte aandacht voor het gesprek houden en mezelf dwingen echt te luisteren naar een kind.  Dat betekent ook bewuster durven kiezen: aandacht ten volle richten in plaats van jachtig verdelen. Als ik met een of enkele kinderen in gesprek ben mijn aandacht daar écht naar uit laten gaan, ook al betekent dat 25 andere kinderen op dat moment níet gecorrigeerd, gestuurd of gecontroleerd worden.  Dat is dan maar even zo. Wat ik in deze context ook heb gemerkt is dat een ‘stoplicht’ in een klaslokaal eigenlijk meer een vloek is dan een zegen. Want dat kinderen zich lang niet altijd houden aan de afspraken bij rood of oranje ‘durf’ ik na tien jaar frustratie hierover inmiddels te bekennen. Maar ik vind het wel mijn taak om als dat licht brandt hier ook consequent op te moeten toezien. Een middel tot doel verworden.  Conclusie: een rood/oranje stoplicht én een mindful leergesprek voeren kan ik niet. Succeservaring: ik gebruik het stoplicht niet en accepteer dat er ruis is in de klas als ik wél een mindful leergesprek voer.   Na mijn mentale hersenschudding in Amerika vind ik dat stoplicht in de klas eigenlijk ineens maar een belachelijk ding…
Zelf zou ik willen leren om nog minder op de praatstoel te gaan zitten en nog meer het kind willen uitdagen tot praten en daarmee dus denken.  Het leren stellen van juiste vragen die het kind uitnodigen zijn gedachten te delen. Hoe kom ik echt in contact met ook die binnenvetter die mij alleen antwoorden geeft waarvan hij/zij denkt dat ik die wil horen?  Hoe verder vragen bij “weetnietjes”…?

Community

Geïnspireerd door de communitysfeer in de bezochte scholen en klaslokalen heeft dit woord mijn hoofd de laatste weken misschien wel het meest bezig gehouden. Hoe versterk ik het groepsgevoel?  Hoe kan ik de schoolse setting in mijn eigen lokaal meer buigen in de richting van een meer natuurlijke leeromgeving zoals de ‘living-learning-rooms’ zoals ik ze op de Amerikaanse basisscholen zag?  Hoe kunnen mijn leerlingen flexibeler gebruik kunnen maken van ruimtes, meubilair, routines?  Hoe gaan we samen om met sociale (on)rust?  Hoe versterk ik het wij-gevoel als lerende groepsgemeenschap in een tijd van individualistische wensen en verwachtingen?
Een van de eerste dingen die ik na terugkomst uit Amerika ingevoerd heb is ‘de zithoek’.  Ik zag een meerwaarde in de nabijheid van de groep kinderen dichter om je heen zonder tussenliggende blokkades als tafeltjes, laatjes, etuis, linialen, blokjes, kladblokken etc.  Dus heb ik een gymbank uit de aula mijn klas in getrokken en frontaal voor het bord gezet. Als een groepsgesprek of lesmoment zich daarvoor leent verzamelen we ons in deze zithoek waarbij de leerlingen dus lekker dicht op elkaar op de bank, op de tafel, op de grond zitten.  In plaats van de leerlingen dus hun eigen space te geven,  komen we letterlijk (en figuurlijk hopelijk ook) dichter bij elkaar. Hoewel dit de eerste keren natuurlijk  onrust en machtsvertoon opleverde, zijn we nu we een aantal weken verder eigenlijk al gewend aan deze vorm.  En wat maakt het me trots op de mooie groepsgesprekken die zich in deze setting al hebben ontwikkeld.
Bij de verlengde instructies nodig ik kinderen ook uit op die bank voor het bord waarmee ik tegemoet hoop te komen aan het eigenaarschap van instructiebehoefte.
Een succes is  ‘de vraag van de dag’ die kinderen ’s ochtends bij binnenkomst op het bord beantwoorden door hun foto te slepen naar de voor hen best passende smiley.  Het resultaat kan soms een gesprekje op groeps- of individueel niveau opleveren met als insteek: ‘wat heb jij nodig om….?’  of ‘hoe kunnen wij iets voor jou betekenen’
Met de pensionering van Meneer Leo net voor de herfstvakantie stond ik voor de uitdaging om muziekonderwijs zelf vorm te gaan geven. Ik kan wel een beetje zingen, maar heb geen muzikale achtergrond en zelfs geen ervaring in het geven van muzieklessen. Bij het meemaken van de community-singalongs op CastleBridge en TNS ontroerde me dat zo dat ik dacht ‘dat wil ik ook’!  Dus… doen.  En wat je prioriteit heeft, moet je als eerste doen. Dus elke maandagochtend starten we nu de week in onze klas met een half uurtje zingen,  in de zithoek, op  een tijdstip dat ik ‘voor’ New York nooit  hiervoor zou hebben gekozen.   Mooi om deze week op twitter te lezen dat op IKC Regenboog ook al op schoolniveau met zingen de week wordt geopend!
Verder probeer ik het gebruik van werk- en leerplekken meer flexibel te organiseren. Minder frontaal, variatie in groepjes en tafelopstellingen, statafels voor kinderen met meer bewegingsbehoefte, stil lezen waar je wilt,  één eigen laatje in plaats van twee,  keuze voor een zelfgekozen plek of door de leerkracht bepaald.
Sociale problemen maken we bespreekbaar als groepsdoelen omdat die de groepsdynamiek beïnvloeden maar ook vaak in die groepsdynamiek de oplossleutel ligt. Ook sociale problemen dus accepteren als gemaakte fouten, loslaten, richten op vervolg en elkaar daarbij helpen. Sociale controle op elkaar i.p.v. het de negatieve klank van klikken te geven.  Bijvoorbeeld het samen netjes houden van het lokaal of het samen letten op grof taalgebruik door dit met bekeuringen 😉 zichtbaar te maken.
Ook ‘mindfulness’ heb ik mee terug genomen. Dat kan van te voren gepland of incidenteel. Bij teveel ‘onrust’ die een instructie of inoefening in de weg zit probeer ik beter in te spelen op de situatie. De situatie accepteren en daarop reageren!  ‘Mijn’ doel op een tweede plan en eerst hoofd en lijf weer klaar maken om te gaan leren. Dat kan door juist even te gaan bewegen, even een rondje buiten of even dansen. Maar dus ook door te oefenen met gewoon even niks doen…. Maar dan ook echt heel mindful niks doen… niet lezen, niet rommelen, niet tikken, handen leeg. Alleen rustig en diep ademhalen.  ‘Find your inward-focus ’ vertaald naar ‘vind je eigen focus’.  Soms drie minuten, soms wel een kwartier; even niks doen oefenen. Voor de één zalig, voor de ander onwennig want wat blijkt niks doen moeilijk!
Faith… is taking the first step even when you don’t see the whole staircase’  is de quote op het mooie kaartje dat ik kreeg op het moment dat ik aan de terugvlucht begon. Twee weken later mocht ik een meisje met deze prachtige naam verwelkomen in onze klas! Met warmte overgedragen door een Ces-reis-genoot.  Alsof het zo moest zijn.   Inmiddels voelt ze zich thuis in onze groep… net als ik.

Mijn leerpunt -want mijn valkuil-  is het balansvinden. Balanceren tussen tijd maken voor community processen als groepsdynamiek, welbevinden, persoonsontwikkeling enerzijds én de op individuele cognitieve-opbrengstgerichte prestatiecultuur anderzijds.  Die tweede ‘massa’ kan voor elke derde zichtbaar worden gemaakt in rangordelijke meetgegevens, waarmee deze massa gewichtiger wordt en de balans doorslaat. Ook bij mij sloeg de balans daarin zeker door en neigt dat nog steeds te doen!  Een voorbeeld van die dagelijkse druk: De effectieve contacttijd op school is eigenlijk vrij gering om allemaal alle gestelde doelen te halen. Maar het moet wél in die tijd gebeuren, voor, door en met al die leerlingen in je groep.  En wat sijpelt er voor mijn gevoel nog veel van die kostbare tijd weg  (lang moeten wachten voor er opgeruimd is, wc-gedoe, ruzietjes, de overschakelingen van pauzes naar klas, leswisselingen etc). Daar word ik zelf onrustig van want we komen al zóveel tijd tekort. Als een aantal leerlingen dan ook nog geen boodschap heeft aan allerhande stilte-signalen als hand opsteken, stopwatches of rustig afwachten,  maar hun eigen ego voorrang geeft boven het groepsproces in de vorm van doorkletsen en -spelen, spat mijn opgebouwde ergernis er toch vanaf met een stemverheffing die dírect het gewenste resultaat oplevert, maar eigenlijk vertoon van (on)macht is die ik liever niet inzet.
Kinderen voelen niet de urgentie van tijd in relatie tot de leeropbrengsten  waar ik me verantwoordelijk voor voel…. Hoe komen we daarin dichter bij elkaar?  Hoe doen ze dat ‘daar’…?     “Als iedereen door elkaar praat, leert niemand”

Leren

‘Growth’ is de missie op de Ces-scholen. Ik heb in Nederland ook  eigenlijk nog nooit een schoolmissie gezien die het tegendeel beweert.  Maar waar op de Ces-scholen het zichtbaar maken van die persoonlijke groei in praktijk wordt gebracht, zijn we in Nederland vooral bezig met Ranking The Kids.  Kinderen vergelijken met ‘het niet bestaande gemiddelde kind’  in de vorm van o-m-v-rv-g, 4 t/m 10, Vt/m I+, zodat we op elf jarige leeftijd al een goede schifting kunnen maken voor ‘VO op maat’.  Zo sneu eigenlijk voor die november-geborene waar helemaal niets ‘mis’  mee is en zich keurig ontwikkeld binnen de logistieke bandbreedte van de eigen leeftijd die bij dat gemiddelde hoort, maar die de hele basisschool ‘matig’ of ‘benedengemiddeld’ op rapporten ziet staan.  Het houdt me bezig.  Groei zichtbaar kunnen maken voor kinderen zelf én hun ouders. Daarin ligt een stevige uitdaging voor mij als ‘ontwikkelingsbegeleider’.  Maar in de huidige cultuur ook niet iets wat ik  van de een op andere dag kan veranderen. Hoe kan ik het proces, de groei, het eigenaarschap en het diepere leren toch al een klein beetje binnen de muren van mijn eigen lokaal vorm geven?

De vraag is belangrijker dan het antwoord. Een vraag zet aan tot denken, met het antwoord wordt daar vaak juist een punt achter gezet.  Als een leerling zelf een vraag stelt probeer ik nu meer te denken met welke tegenvraag dat kind het beste op weg geholpen kan worden.  Mooi om de verschillen te zien tussen de reacties van kinderen.  Terwijl de ene leerling  geprikkeld wordt door een tegenvraag, heeft een andere leerling nog veel moeite het motto ‘student as a worker, teacher as a coach’ te accepteren.  Wat een erg nuttige tegenvraag blijkt is:  waarom vraag je dat?  Of wat denk je dat ik zal antwoorden?  Waar kinderen ook erg enthousiast van worden is de opmerking:  ‘Wat een mooie onderzoeksvraag, schrijf hem maar eens op en zoek dat maar eens uit’.  Dat betekent voor mij wel dat ik daar dan ook tijd en ruimte voor moet geven en voorrang geven aan intrinsieke betrokkenheid in plaats van een door mij bedachte route.
Het assenstelsel met soorten vragen dat ik in Amerika gezien heb hangt in mijn klas en kan worden ingezet bij het bedenken én sorteren van vragen bij lessen begrijpend lezen of wereldoriëntatie. Wat voor soort vraag heb je nu?  Is het een tekstgerichte vraag of juist een onderzoeksvraag. Is het een open vraag of juist een gesloten?  Het nadenken over de vraag zelf als doel in plaats van direct naar het antwoord te zoeken.
Meer tijd en ruimte besteed ik nu aan reflectie met betrekking tot leren.  De THINK-vertaling hangt in de klas.  Onze takenkaart zet ik nu naar mijn idee nog gerichter bij het stimuleren van het  maken van bewuste keuzes.  Ook het reflecteren van kinderen op ‘wat heb ik nu geleerd’.  In de vorm van een IK-rapport probeer ik kinderen te laten reflecteren op eigen vaardigheden én ze na te laten over wat ze geleerd hebben. Al blijft dat laatste erg moeilijk en heeft het vooral op de korte termijn van die dag/week betrekking.  Ook dus meer de tijd pakken voor reflectie. Dan maar ergens een methodelesje minder.  Op lange termijn hoop ik dat ik hiermee het metacognitief bewustzijn van de leerlingen stimuleer wat wellicht ook dat methodelesje weer ten goede komt.
We werken dit jaar niet meer met werkboekjes voor wereldoriëntatie en zijn daarin zoekende. Dat geeft ook de mogelijkheden om eens wat uit te proberen hoe de leerstof te verwerken.  Zojuist gaf ik al aan dat ik ruimte probeer te scheppen voor eigen onderzoeksvragen van kinderen. Maar omdat niet alle kinderen deze motivatie en interesse hebben ‘bedien’ je niet iedereen. Een mooie werkvorm naar aanleiding van enkele lessen over winkels was een groepsopdracht om een ‘plan voor een winkelstraat’ op te zetten. Welke voorzieningen moeten er zijn?  Wat maakt jullie winkelstraat aantrekkelijk?  Waarom zou ik als ik projectontwikkelaar was voor jullie winkelstraat kiezen?   Na twee uur ‘projecttijd’ stonden er vier ontwerpen en mochten de groepjes een korte pitch houden. De betrokkenheid en het enthousiasme spatten er van af.
Bij een thema van geschiedenis over de ijzertijd en de hunebedbouwers vroeg ik kinderen om een individueel leerverslag (zoals in de ‘journals’) te maken over hetgeen we de afgelopen weken hebben opgestoken over het thema.  Waar de ene leerling twee kantjes vol schrijft aan opgedane kennis, weet een andere leerling niet meer dan twee regels op te schrijven.  Deze werkvorm dwingt tot denken, en dat is dus niet elk kind gewend want sommige kinderen reproduceren liever.  Daar ligt een taak voor mij als coach en níet als beoordelaar.  In Amerika doen ze het vrijwel dagelijks…     Schrijven als middel om gedachten te delen en te ordenen, als de sleutel tot eigenaarschap, groei en metacognitief bewustzijn.

Mijn leervraag hier ligt vooral in organisatie. Hoe creëer je ruimte voor eigenaarschap en eigen leervragen en kun je dit in een grote groep beheersbaar houden. Hoe daag je meer passieve kinderen ook uit tot leren te komen?  Hoe houd je het overzicht en kun je ervoor zorgen dat elk kind ook persoonlijk leerrendement behaalt en ‘het juiste’ leert in plaats van eigen voorkennis blijft presenteren, of alleen de plaatjes inkleurt?  Hoe kan ik het schrijven meer inzetten als middel om groei te laten zien? Hoe kan ik leren beter zichtbaar maken? . Mooi denkwerk nog te doen dus. In onze zoektocht op school naar een andere invulling van WO kan ik hier met mijn collega’s nog een mooie groei in doormaken.

Wat heb ik veel te vertellen,  geschreven…. nagedacht…..gevoeld….  ervaren.  Te delen ook, om te laten horen waar ik tegen aanloop, waar ik voor sta,  om te inspireren wie zich wil laten inspireren.  Ja, beperkt tot en beschouwd vanuit mijn eigen perspectief als groepsleerkracht met “poten in de zware klei”.  Maar mét gekregen vertrouwen op pad te mogen gaan, zelf koers te mogen bepalen én aan een klim te beginnen. En we zien wel waar we straks uitkomen, maar nu eerst even van het uitzicht gaan genieten….

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

The day after… the day before…

Wat kijk ik terug op een bijzondere trip!  Het is maandag 30/10 en ik ben weer thuis, waar body en mind zich proberen aan te passen aan de transfer van Amerika naar Nederland.  Het voelt als een mentale hersenschudding.

Kent u de jaren ’90 reclame van KitKat nog?

Aanvankelijk begonnen aan het avontuur met enige scepsis over een bundeltje principes die zo nodig door de stichting geplant moesten worden,  gevoed door gevoelens van onmacht en gedeelde frustraties die 60.000 collega’s richting Den Haag laten wijzen.  Geërgerd door de hokjesgeest waarin alles in het basisonderwijs moet worden gepropt, gepland, gedaan,  gecontroleerd en verantwoord. Geprikkeld ook door nieuwsgierigheid, de kans te krijgen eens in een andere onderwijswereld te kunnen kijken. Vooral de zin om leren en te ervaren; wat maakt het dat al mijn voorgangers zo onder indruk terugkeerden.  Als ik mijn lasten nu eens afleg, wat kan ik dan meenemen in mijn lege rugzak.

Nu bij terugkomst ben ik erg dankbaar. Het gaat eigenlijk helemaal niet om het uitrollen van 10 principes. Het gaat om iets wat me aan het hart ligt: mooi persoonlijk en bevlogen onderwijs mogen maken. Vertrouwen op je eigen  bekwaamheid én die van je leerlingen, als lerende professionals,  als mensen.  Dankbaar voor een stichting die voor haar personeel een  voorbeeld verzorgt van onderwijs waar de kernwaarden growth, personalisation én community zijn, waar we in onze praktijk nog als eens bekneld raken in  ranking, effectivi-‘tijd’, indivualisering.

En dat dat niet alleen mij aan het hart ligt is gebleken uit de vele mooie gesprekken en reflectiemomenten die we gedurende de hele week hadden met de groep SAAM-collega’s op de formele maar vooral ook de informele momenten.  Wat staan we samen voor het zelfde: mooi onderwijs met hart, hoofd,  handen.  Die gesaamlijke energie maakt we wel wat trots; wij staan ergens voor, we mogen hiervoor opkomen,  vanuit onze eigen klas, eigen school, eigen regio.

Natuurlijk…  de setting van het onderwijs op de scholen die we hebben gezien met kleine inclusieve klassen met meerdere leerkrachten en assistenten, geen methodes – wel veel middelen, is een ideale,  in onze ogen waarbij 1 leerkracht op 30+ voorkomt.  Vergeleken met de Amerikaanse collega’s zijn wij als Nederlandse leerkrachten  allround artiesten in een met faillissement bedreigd circus: acrobaat, spreekstalmeester, clown, jongleur en dompteur in één.  Dat verdient echt een enorm applaus!  Wel  gaan we vaak zo op in onze eigen act om met de meeste ballen aan de hoogste trapeze te hangen dat we vergeten oog te hebben voor de gezichten die we mogen bedienen. Dit beseffend reduceert alle verknipte doelstellingen die we uitstrooien over onze kinderen tot maar één ‘goal’: het (mogen) creëren van een spontane lach en een wauw-ervaring voor elk kind dat de tent verlaat en daarom graag weer terugkomt.  Die insteek, die warmte, die persoonlijke benadering heeft me geraakt in Amerika. Als ik dat klein geluk zou kunnen bereiken is mijn act eigenlijk al geslaagd.   Met dit in gedachte hoop ik zelf een beter evenwicht te gaan vinden bij het balanceren op het strak gespannen koord en bij hoogtevrees het koord gewoon eens even wat lager te hangen.

Mooi voornemen, maar nu…  hoe gaat dit er uitzien?  Ik weet het nog niet. Welke to-do-list dingen kan ik in mijn praktijk gaan uitproberen en wat loopt spaak?  Morgen pak ik de draad weer op met mijn eigen klas, op mijn eigen school.  Het voelt een beetje als de eerste dag van een nieuw schooljaar; zin om de kinderen en collega’s weer te zien maar ook een beetje spannend.  Wat gaat er op me af komen als het vertrouwde ineens vraagtekens oproept?  Hoe houd ik deze flow vast binnen de drift van alledag?

De reis begint nu pas.  To be continued…

Als metafoor voor these days before & the days after:

 

Symbool van vrijheid,  onafhankelijkheid, de nieuwe wereld, autoriteit en gastvrijheid.
Haar passerend op de ferry naar Staten Island die gratis op en neer vaart.
Te ver af, om haar  echt te kunnen aanraken en in detail te kunnen zien.
Dichtbij  genoeg om een blijvende indruk te wekken én het verlangen om dichterbij te komen.   Ze trekt je blik steeds naar haar toe…
zolang ik maar als passagier aan boord blijf gaan.

 

Mijn week in beeld:

Bestand 31-10-17 09 05 37

Bestand 31-10-17 09 06 27

Bestand 31-10-17 09 06 13

Bestand 31-10-17 09 05 17

Bestand 31-10-17 09 06 03

Bestand 31-10-17 09 05 53

 

Parker High

De kers op de taart. Hier leek alles bij elkaar te komen. De school ademt de CES principes. Niet alleen letterlijk zichtbaar hangend in de school, maar overal voelbaar. 



Deze inspirerende reis zit er helaas op, maar eigenlijk begint het nu pas. Ons eigen proces op school gaat nu beginnen. Laten we als CES reizigers elkaar en anderen blijven inspireren!

Mission Hill

Op donderdag zijn we gaan kijken bij Mission Hill in Boston.

Wederom prachtige inspirerende dingen gezien. Wat vooral opviel was de ontspannenheid en het plezier dat de juffen (2 en 1 stagiaire) en de leerlingen uitstraalden in de klas waar ik ben gaan kijken. Er werd ruim de tijd genomen voor het voorlezen van een boek over immigranten. Er werden inhoudelijke vragen gesteld, maar er werd ook tijd gemaakt om de leerlingen zich te laten verplaatsen in zo’n immigrant. Hoe zou jij je dan voelen? Wat zou moeilijk zijn in het begin?

Vervolgens gingen de kinderen zelfstandig werken en hadden de leerkrachten tijd voor kindgesprekken. Prachtig om te zien en te horen hoe de leerkrachten d.m.v. doorvragen de leerlingen kritisch naar hun eigen opstel lieten kijken. Niet naar het uiteindelijke product, maar wel naar het doorlopen proces. 

Nog mooier was het om te horen dat de leerlingen perfect konden aangeven wat ze moeilijk hadden gevonden tijdens het schrijven. Wat beter was gegaan ten opzichte van de vorige keer (welke tips hadden geholpen). En waar ze de volgende keer op wilde letten en wat ze daarvoor van de leerkracht nodig hadden.

Een leerling gaf aan dat ze haar verhalen de volgende keer wat lekker wilde laten lopen. Nu gebruikte ze nog te vaak dezelfde woorden. Als ze synoniemen wist, dan werd een tekst boeiender om te lezen, omdat het taalgebruik gevarieerder was. Bovendien was ze van plan om langere zinnen te gebruiken en hoopte ze dat de leerkracht feedback wilde geven op de zinnen, of deze wel/niet lekker liepen. Wat een eigenaarschap!

De leerkracht gaf aan dit willen doen en zorgde die dag nog voor een  synoniemenblad.

Wat ik voor mezelf echt mee neem is dat ik veel meer op proces dan op product wil gaan zitten. Student-as-worker and teacher-as-coach. Vragen stellen en de leerling het eigenaarschap geven over zijn/haar leerproces.

Ik ga naar huis en ik neem mee…

Het meest vervelende voor kinderen is als een leerkracht het leren in de weg staat. Zomaar één van de prachtige one-liners van deze week. Ik ging mee als begeleider van het leerproces van 24 volwassenen die op avontuur gingen in het onderwijs in New York en Boston. Steeds weer bewust van mijn rol… zorgen voor de voorwaarden voor deze mensen om tot leren te komen. Prachtig om te zien welk deep level learning er plaatsvond bij de groep, maar zeker ook bij mij. De hele dag door reflecteren op wat je ziet, wat je meemaakt en wat dat met je doet.
Vorig jaar werd ik mij sterk bewust van het thema tijd. Door onze doelgerichtheid staan we het leren van kinderen regelmatig ernstig in de weg. We ervaren tè weinig tijd, voelen ons gehaast en raken snel gefrustreerd als iets meer tijd neemt. Bang dat we ons doel niet halen, maar wat is eigenlijk het doel van onderwijs? Good quality needs good time. Echt leren krijg je pas als je het werk even kan wegleggen, erop mag reflecteren en de kans krijgt het nog beter te doen. Een van de kinderen zei tegen me: I always get the chance to do my work better. Dus neem de tijd, leg het werk eens weg, reflecteer op het proces in plaats van op het eind product. Een leerproces vraagt tijd, dus neem de tijd.
Dit jaar heb ik ervoor gekozen regelmatig uit het proces te stappen. Niet zelf in alle klassen kijken, maar rondhangen op de gang. Wat waardenvol de gesprekjes die we op de gang voerden over wat er gezien was. Als begeleider uit het proces stappen geeft de ruimte om te observeren, om te zien en voelen wat er gebeurt. Onderwijs ontstaat terwijl je ernaar kijkt. Door steeds vragen te stellen help je het leerproces steeds een stapje verder. Net zolang doorvragen tot twijfel ontstaat. The only thing that kills a question is a conclusion. Dit instappen en uitstappen is het thema dat ik mee zal nemen naar Nederland. Wanneer neem ik tijd om het proces te beschouwen en wanneer stap ik als deelnemer in het proces?
Ik heb ook mogen ervaren wat vertrouwen in elkaar en in jezelf betekent voor samenwerking. Leren is een groepsproces met als fundament veiligheid en vertrouwen. Ik ben supertrots op deze groep mensen die samen hebben gezorgd voor deze basis. Trots op de mooie leerprocessen. Trots op de manier waarop deze processen zichtbaar gemaakt zijn in de blogs. Wat een kanjers! Dat belooft wat als we weer terug zijn in Nederland!

Hoe puzzelstukjes in elkaar vallen

De vierde school op de vijfde dag van de schoolbezoeken. Vandaag bezochten we de Francis W. Parker School. Een school voor voortgezet onderwijs. Al heel vroeg zouden we vertrekken, maar omdat de chauffeur van de bus vertraging had, werd het toch wat later. Het was erg mooi om een keer buiten de grote stad te zijn. Een prachtige route, met schitterende herfstkleuren, typisch Amerikaans landschap en de landhuizen zoals je die kent van de tv-series, leidde ons naar de school. Daar aangekomen werden we ontvangen en startte het programma. Alles was pico bello georganiseerd en dat bleek niet alleen betrekking te hebben op de catering en het dagprogramma, maar ook op de school zelf. Wat heb ik genoten van de sfeer in de school en de wijze waarop de interactie tussen de leerkrachten en de leerlingen verliep. De CES principes waren allemaal zo ontzettend zichtbaar. Niet eentje, maar allemaal. Toen we ze tussen de middag met elkaar bespraken, werden ze allemaal genoemd. Dat verklaart ook meteen de titel van dit stukje. Het meest opvallend vond ik de volgende aspecten:
– Er was zoveel respect van iedereen, voor iedereen en elke bijdrage werd gewaardeerd en expliciet benoemd. De leerkracht kreeg voor de les een hug van alle kinderen. Er werd geen kind uitgelachen of onheus bejegend dat afwijkend gedrag vertoonde. (principe 10)
– Er was een check-in (hoe zit je er vandaag bij) en er werd uitgegaan van wat je kunt (Everyone has the ability to do this. I know you can!). (principes 7 en 9)
– Er werd gewerkt met prachtige portfolio’s met duidelijke, eenduidige rubrics. Daardoor was het heel duidelijk welke doelen (hoewel voor elke leerling in een eigen tempo) er waren (principe 3) en werd het eigenaarschap van leerlingen zo helder. (principe 4)
– Leerlingen werden voortdurend uitgedaagd om na te denken. De leerkracht stelde vragen of gaf opdrachten met heel veel ruimte om diepgang te bereiken. Of moet ik zeggen geen ruimte om niet tot diepgang te komen? Veelal waren dit vragen die een beroep deden op het hogere orde denken. (principe 1)
– Tijdens de les over ‘effort’ ging in feite de gehele les over dit begrip. Er waren schitterende werkvormen en er was volop gelegenheid voor interactie en reflectie. Wat een les! En dat over één woord! (principes 2 en 5)
– Er zijn voldoende leerkrachten op de school. De school kiest er bewust voor om minder vakken te geven, waardoor daarop bezuinigd wordt en er geld overblijft om voldoende leerkrachten in de groepen te plaatsen of de groepen klein te houden. (principe 6)

Al met al vond ik het vandaag prachtig. Wat een gelukkige kinderen. En wat een gevoel van community met toch een flink aantal kinderen (zo’n 30%) met special needs. Wat een mooi onderwijs.

Wat ik in elk geval mee wil nemen naar mijn scholen is de growth mindset. Werken aan die growth mindset. Dát brengt kinderen maximaal tot ontwikkeling. Op ’t Ravelijn werken wij al met het gedachtegoed van Carol Dweck. Geweldig! Dat kan en mag nog meer. Op Uilenspiegel wordt al gewerkt met een groot aantal aspecten die mooi aansluiten op de 10 principes. Super! Ook dat mag meer.

Een hoop inspiratie op gedaan en zin om eraan te beginnen. Meteen volgende week!

 

 

 

 

Mission Hill

Tijdens de klassenbezoeken veel bijzondere kinderen gezien, instructie individueel en in kleine groepen. Vooral lesgeven vanuit veel rust, vertrouwen in het kind en steeds liefdevol.

Ook deze school is sterk in visueel maken, goede vragen stellen en bespreken wat je leert.

We ontmoeten de bevlogen principal. Ik herken veel overeenkomsten in ons werk tijdens een fijn gesprek. Kinderen een eigen keuze laten maken? Biedt ze de gelegenheid en ruimte, zorg voor materialen. Wat hun doelen zijn? Vraag ze! Dat is het eigenlijk: de gewoonte om verdiepende vragen te stellen vanuit heel veel vertrouwen in het kind.

Hoe kan ik de gedachte ‘zelf voorbeeld zijn, vertrouw en let go of perfection’ blijven vasthouden?

 

 

 

 

 

 

 

Learning to think

Vandaag hebben we Mission Hill bezocht. Weer een inspirerende school. Ik heb vandaag gelet op de interactie tussen de leerkracht en de leerlingen. Het valt mij op dat veel leerkrachten vragen stellen in plaats van antwoorden geven. Kinderen krijgen niet alles aangedragen maar moeten zelf nadenken over oplossingen voor problemen die ze hebben. De leerkracht stelt vragen om dit te stimuleren.

Reflecteren is ook belangrijk op deze school. Dit wordt op verschillende manieren gedaan. Er wordt mondeling gereflecteerd, naar aanleiding van gemaakte werkjes. Hier wordt vooral gekeken naar het proces. En zelfs de kleuters hebben een ‘journal’ waar ze iedere dag in moeten schrijven of tekenen.

Ik vind het mooi dat kinderen leren zelf na te denken en dat de leerkracht niet alle oplossingen geeft.

‘The murderer of all thoughts is the conclusion’. 

Workshops in Neighborhoodschool

Zingen met z’n allen in de school, hoe warm weer! Toch in gesprek of we wat kunnen organiseren voor kinderen en collega’s die hier voor willen gaan?

Meteen de groep in actie gezet. Hoog tempo, denken over autoriteit en wat het voor jou betekent verwerken in verschillende mogelijkheden, spelen eigenlijk, zelf kiezen waarmee. Meest krachtige vond ik dus vandaag dat je op deze manier ervaart hoe kinderen dit beleven. Snel starten, met of zonder plan, is de opdracht wel duidelijk?Vooral hoe je dan leert over jezelf en elkaar als je maar reflecteert. Hoe belangrijk dus: praten over jouw proces, dat van de groep, de verschillen van benaderen, denken, aanpakken. Dan komt leren in beeld! We brainstormen over welke vragen daarbij belangrijk zijn, dat kan ook mét kinderen. Dat past zo mooi bij onze teamontwikkeling!

Hoe kan ik deze sterke ervaring van het zelf ervaren straks gaan gebruiken?

It’s all about the proces

Twee dagen zijn we te gast geweest op The Neighbourhood School. De eerste dag stond in het teken van klassenbezoek, en de school. Vandaag een workshop ‘project time’ en een kringgesprek met leerkrachten van zowel TNS als Castle Bridge. Op TNS werken nog steeds veel volwassenen in vergelijking met bij ons, maar zijn de groepen met meer dan 20 leerlingen meer vergelijkbaar. Zoveel indrukken, beelden, gesprekken, emoties en ‘quotes’. Teveel om allemaal te beschrijven, zo veel om te willen delen, om te willen vasthouden… dus steekwoorden:

Mooi:

Narrative reports (een brief van de leerkracht aan het kind) en portfolio van gemaakt werk, samen met ouderkindgesprekken rond drie gespreksitems ‘pride, improvement en goals’ brengen het leren in volle breedte voldoende in beeld voor ouders, leerkrachten en kinderen. Van harde cijfers en scores voor fragmentarische onderdelen is geen sprake. Een mooie eyeopener: als er toch een soort proefwerk wordt gemaakt en een kind begrijpt een vraag niet, komt er geen rode streep maar wordt hierbij hulp geboden en erbij geschreven dat deze opdracht samen met de leerkracht is opgelost . Altijd succes dus en dezelfde informatie als de rode streep. De toets weten te relativeren tot:

‘Some children are good in… making tests, some are not’

Sterk:

The Journals (logboeken) waarin kinderen hun denken en doen met behulp van krachtige reflectievragen rapporteren is een vast onderdeel na project time. Hier wordt tijd voor reflectie genomen. Ook het opschrijven of uittekenen van het denkproces zie je bij bijvoorbeeld rekenlessen terug. Reflectie (learning to use your mind) lijkt altijd het hoofddoel.

Ontroerend:

De CommunitySing (maandelijks) op TNS: stralende kinderen, trotse ouders, genietende leerkrachten. Iedereen zingt mee. Wat een saamhorigheid, sfeer en into the moment moment: hier wil je gewoon deel van uit maken.

‘A parent is a member of the team as well’

Kritisch:

Differentiatie in instructie en verwerking is minimaal. Ook hier worden kopieerbladen boekjes voor de hele groep ingezet. Betrokkenheid van kinderen wordt niet altijd gecontroleerd of bijgestuurd. In ‘onze’ resultaatgerichte mindset lijkt de tijd niet altijd effectief ingezet.

To do:

-De vragen-as bij topics (tekst): wat een mooie verwerking van een thema of tekstonderwerp. Niet het antwoord is het doel maar de vraag zelf.
-Less is more… ook in wat ik zeg. Soms is nonverbale communicatie ook voldoende!
-Mindfullness inzetten om ook een inward focuss te leren krijgen!
-Dans/muziek/drama een vaste plek in het rooster geven

Opvallend:

De middle-school is niet echt in beeld. De school is een community on it’s own.
Er is geen sprake van een overdracht.

‘We send them our narrative reports, but we doubt if teachers read them’

Trots:

De systematiek en kwaliteit van instructie en differentiatie zijn heel hoog in óns onderwijs. Ons niveau ligt hoog! Zowel dat van de kinderen als van de professionals. Dat is iets om trots op te zijn. In gesprek met een leerkracht van CB die vroeg welke vakken wij gaven reageerde ze erg verbaasd toen ze begreep dat ik als fulltime leerkracht alles zelf doe: van rekenen tot gym.

‘Everything? Where do you learn that!’

Jeuk:

Ik heb geloof ik ontdekt waar mijn muggenbult zit: Hoe ons onderwijs is onderverdeeld in fragmentarische stukjes en doelen die allemaal stuk voor stuk gepland, uitgevoerd, gecontroleerd en verantwoord moeten worden. En dan richten we ons hierin nog vooral op de academic skills. Hier ligt het knelpunt dat tijdsdruk heet. ‘Goals’ zijn veel ruimer en breder dan de doelen (benchmarks) die wij voor elke afzonderlijke les proberen te stellen.

‘It’s not about the individual when I’m teaching maths but about the community. I’d like to think in terms of a math-community.’

Gaaf:

Projecttime zelf aan den lijve ervaren. Vanuit een woord een diversiteit aan associaties. Verwerking van dat ene woord in de vorm creativiteit, bouwen, muziek etc.

From verbal language to
-What does is it look like
-Hoe does it feel like
-How does it sound like….

Plus twee challenge questions.
En tijd voor reflectie achteraf.

Een rijke lesactiviteit met minimale voorbereiding. Less is more!

‘Pen and paper for a child can be like what a sewing machine is for you’

Help!:

Leer ik kinderen wel wat ik ze wil leren….of teach ik toch to the test…. retorische vragen? Als ik het toetsresultaatgerichte werken zou gaan los laten, en de meetbare scores van kinderen worden minder. Wat dan…. durf ik dat los te gaan laten? Krijgen kinderen en ik er iets anders voor terug? Kan het eigenlijk wel mislukken?

Het gaat niet om de antwoorden:

If we find or give conclusions to everything, we didn’t do a good job.’