Principle 8:
Hoe krijgen we op onze school een sfeer waarbij iedereen verbonden is met de gehele school en er ook verantwoordelijk voor is.
Op onze school gebruiken we al een aantal jaren de hand. Deze hand vertelt ons dat we goed moeten omgaan met:
- Onszelf
- De ander
- De dieren
- De natuur
- De spullen
Toch besteden we nog veel aandacht middels intervisie, meetings en ervaringsreconstructies om dit goed te kunnen laten verlopen. En dat terwijl onze school welbevinden en betrokkenheid tot groot goed heeft verheven en we boven welbevinden en betrokkenheid, verbondenheid ontzettend belangrijk vinden. Hoe komt het dat we juist op onze school zo moeten knokken om deze werkelijke verbondenheid met elkaar te creëren.
Welke acties hebben we al gedaan:
-We hebben een huis vol gevoelens en axen in de klas gehaald om kinderen met elkaar te laten praten. Wie is er leider, wie is er volger in de groep. Heeft een leider goedgemutste maar misschien ook slechtgemutste kanten. Geldt dit ook voor een volger? Krijgen we kinderen bewust van hun eigen goedgemutste en slechtgemutste kanten?
-We hebben Henk de Visser in huis gehaald. Hij liet treffend zien via een gesloten stroomkring dat een groep elkaar nodig heeft. Heeft één iemand geen contact dan is de verbinding verbroken. We hebben als groep elkaar nodig. Iedereen. Kanamori beschreef het al. Is er één iemand niet gelukkig dan is er niemand gelukkig.
– Ik hebben een lied geschreven op de melodie van ‘Mag ik dan bij jou’ om kinderen attent te maken dat het fijn is dat iedereen bij iemand mag horen. Dat iedereen onderdeel van de groep is.
En toch, toch blijven er veel momenten, teveel momenten dat ik dit niet zie. Hoe komt dit?
In maart 2017 werd ik geraakt door een lezing van Paul Verhaeghe.
http://webcolleges.uva.nl/Mediasite/Play/b7d708cce33c4360b6abf3b741d850a81d
Zijn lezing heet:
Identiteit, autoriteit, onderwijs.
http://paulverhaeghe.psychoanalysis.be/lezingen/PROEF%202%20Kohnstammlezing%202017.pdf
Ik wil graag onderzoeken of zijn theorie mij verder helpt in mijn zoektocht. Ik wil onderzoeken of op scholen in Amerika antwoord wordt gegeven op deze vragen. Want de vraag: Hoe krijgen we op onze school een sfeer waarbij iedereen verbonden is met de gehele school en hier ook verantwoordelijk voor is, is volgens mij vertrekpunt of we goed en fijn onderwijs kunnen geven aan elkaar.
Ik citeer Paul Verhaeghe:
‘De huidige identiteit is het gevolg van neo lioberalisme. Hypercompetitief, up or out. Wij zijn ons werk. Wie geen werk heeft telt niet meer mee. Het individu is alleen bezig met zichzelf, niet met de organisatie. (Hij maakt de metafoor naar een voetbalelftal. Dit zijn 11 ZZP ers) Er is een daling van collegialiteit, een toenemende onzekerheid en toenemend wantrouwen.
Welke woorden worden belangrijk gevonden:
-kennis is menselijk kapitaal,
-leren is een lange termijn investering
De keerzijde hoor ik op de basisschool.
LOSER
Er zijn drie fundamenteel foute uitgangspunten volgens Verhaeghe.
- Het idee dat het kind van nature de juiste waarden en normen zal eigen maken. (Dit klopt niet. Het kind neemt de ethiek van zijn omgeving over.)
- De hoop dat een school waardevrij kan zijn is een illusie en bovendien een gevaarlijke. (Het doorgeven van een visie door school is geen overbodige luxe)
- Autoriteit is overbodig, dat kinderen spontaan zichzelf beperken.
Willen we een werkzame oplossing dan moeten we het probleem begrijpen.
Autoriteit en identiteit komen hier samen. Ik besta slechts in de relatie met de andere.
Andere geslacht
Andere gelijke
Andere die boven mij staat (autoriteit)
Andere die ikzelf ben.
Wat is autoriteit: Het regelen van de verghouding tussen mensen op grond van een vrijwillige onderwerping gebaseerd op interne dwang.
Een andere manier van autoriteit is macht. Er is dan sprake van externe onderwerping en externe dwang.
Na de jaren zeventig komt er een periode van aarzelende ouders die hun kinderen nog nauwelijks durven te begrenzen. Het is belangrijk om vanuit begrenzing door te kunnen groeien naar autonomie. De aarzeling van de ouders in de jaren zeventig heeft zijn vervolg gekregen in de handelingsverlegenheid van de leerkracht. Of: Effect op spectaculaire stijging van kinderen met een stoornis. Lukt niet, gaan naar de medicijnen.
We moeten het probleem reduceren tot individuele stoornissen of tot gebrek aan kennis van oudere/leerkracht.
Wat is de oplossing: We moeten de oude autoriteit herstellen. Of zoeken naar een nieuwe vorm van autoriteit. Wanneer we hier voor kiezen zijn we verplicht om na te denken over een andere gezagsstructuur
Het antwoord luidt: De groep zal zelf het antwoord moeten vinden.
De nieuwe autoriteit start vanuit de grond. Zij maken zelf deel uit van de grond waaruit ze geloven.
“Ik heb het niet meer zo begrepen op de democratie van een vijfjarige”.
Volwassenen die naast elkaar staan in plaat van hiërarchisch. Maar volwassenen die hiërarchisch wel boven de kinderen staan.
Het doel ligt nooit bij een onmiddellijke onderwerping zoals bij macht. Het ligt bij vrije wil.’
Tot zover Paul Verhaeghe. Ik wil graag met mijn maatje in Amerika, met mijn team, met de scholen die ik in Amerika bezoek op zoek naar antwoord op deze vraag. Volgens mij moet een helder antwoord mij ook antwoord geven om principle acht goed uit te dragen.
Sjaak van Moorsel