Met mijn goed gevulde rugzak ben ik enthousiast voor de klas gaan staan. Ik ben aan de slag gegaan met het stellen van de juiste vragen. Wat een verandering bracht dat teweeg in de klas. De leerlingen deden allemaal gemotiveerd en goed mee. In het begin voelden ze zich een beetje ongemakkelijk, maar al gauw was daar niets meer van te merken.
De projecttaak die ik en de leerlingen altijd verschrikkelijk vonden, werd nu leuk. Ze hebben in groepjes kunnen overleggen over welke strategie ze nu moesten hanteren en welke materialen ze konden gebruiken. Mijn 2 zwakste rekenaars hebben staan juichen in de klas, dat ze samen het antwoord wisten en ook zeker wisten dat ze het goed hadden. Hoe mooi is dat!
Ik heb aan de leerlingen gevraagd of ze verschil merkten tussen de juf voor Amerika en na Amerika.
- Je bent veel leuker; je laat ons veel zelf doen
- De dag gaat snel. We mogen meer samenwerken. Iemand uit mijn groepje kan mij dan op weg helpen. Ik hoef minder te luisteren.
- We hebben veel gedaan vandaag.
- Ik weet nu hoe ik iets moet opzoeken.
Dan concludeer ik: de juiste weg is ingeslagen.