Antwoord op mijn vraag

Op donderdag en vrijdag zijn we op bezoek geweest op scholen in en rond Boston. Het waren weer twee inspirerende dagen.

Op beide scholen heb ik gebruik van ICT (of IT zoals ze dat in het Engels noemen) in het onderwijs kunnen bekijken. Beide scholen hadden verschillende laptopkarren. Op Parker, hadden naar mijn idee, alle leerlingen een laptop ter beschikking, dan wel van thuis, dan wel van school. Parkerschool is dan wel een zogenaamde Middle-school waar kinderen van 11 tot 17 op zitten. Dat is natuurlijk een andere situatie dan op de overige scholen voor primairy education. Maar zeker interessant om te zien. Je ziet het startniveau van de leerlingen die in het voorgezet onderwijs beginnen. Wat moeten leerlingen bij de start van het voortgezet onderwijs kunnen?

Leerlingen gebruiken allerlei tools door elkaar. Op mijn vraag aan een leerling of ze zelf mochten weten of ze Google docs of Microsoft Office gebruikten, werd positief geantwoord: ‘whatever suites you well.’ Als ze het maar digitaal kunnen delen met de leerkracht. Maar graag ook een ‘hard copy’. Dat kijkt makkelijker na, de digitale versie is voor het archief. Het kost de leerkracht wel veel tijd om te checken of al het digitale werk juist is gedeeld en of het geopend kan worden. Één van de voordelen om te kiezen voor een bepaalde standaard, lijkt mij. Ik denk even na over het effect van het inperken van die keuzevrijheid. Beknop je dan niet de creativiteit en vindingrijkheid van de leerlingen? Misschien, maar dat doe je ook door een hardcopy te vragen.

Op de Mission Hill werkte een leerkracht met Google Classroom. Een virtuele omgeving waar kinderen werk plannen, organiseren, soms maken en evalueren. Een mooi voorbeeld was de leerkracht die zijn leerlingen een stelopdracht gaf via Google Classroom. De leerkracht zat in een ‘luie opa-stoel’ met zijn laptopje en de kinderen verstuurden hun werk naar hem. Hij gaf meteen commentaar in de kantlijn (opmerking) en stuurde het terug. Dat zag er gaaf en interactief uit, maar omdat ze allemaal hetzelfde werkje aan het doen waren in hetzelfde lokaal vond ik het niet echt een meerwaarde. Wanneer de leerlingen in een schrift werken en de leerkracht loopt rond en schrijft zijn opmerkingen erbij is dit in principe hetzelfde. Interessanter wordt het als kinderen meerdere taken op een dag moeten maken en dit zelf moeten plannen en digitaal moeten organiseren. Ze hoeven dan niet noodzakelijk allemaal bij elkaar in een groep te zitten en de leerkracht kan hen toch (eventueel live) ondersteunen en voorzien van feedback. Welke opdracht ze ook aan het maken zijn en waar ze ook zitten.
Ze noemen zo’n omgeving een digitale leer- werkomgeving. Toch is zo’n digitaal lesje van digitaal werk maken, digitaal versturen en digitaal feedback ontvangen een mooie eerst stap om zo’n systeem in al zijn facetten te implementeren. Veel Nederlandse collega’s vroegen mij of wij ook zo iets hadden. En ja, wij starten toevallig de komende periode met een Pilot op de Wizzert. Fijn om te zien dat er enthousiasme voor is onder de Nederlandse leerkrachten.

Dit projectmatig onderwijs heb ik op de andere scholen ook gezien. We gaan allemaal samen met een PC of laptop zitten, bezoeken allemaal dezelfde website en klikken allemaal dezelfde link aan. En dan wachten we even op elkaar.
Ander voorbeeld: we oefenen vandaag allemaal met dit presentatieprogramma. De leerkracht legt de knoppen uit. Verzin maar een leuk onderwerp en kijk of  je er iets moois van kunt maken. Dat is geen geïntegreerd onderwijs. Mijn mening is dat, als je dan toch bezig bent over evolutie, dan gaat de presentatie daarover. Of je nu kiest voor de filosofische vraag: ‘is de toekomst vastgesteld?’ of je werkt over fossielen, die kennis ga je omzetten in een presentatie. De knoppen leren de leerlingen wel van elkaar, is mijn ervaring.

20171027_101945

ICT als apart vak, dat heb ik regelmatig gezien. Op onze Nederlandse scholen is het ook nog geen geïntegreerd onderdeel, maar we zijn op de goede weg.

Mijn leervraag was, dat als je een bewuste keuze maakt om ICT uit je onderwijs te laten, hoe ontwikkel je dan je zogenaamde 21ste vaardigheden?

21ste vaardigheden

Als ik dan kijk naar de elf afzonderlijke factoren die door Kennisnet en SLO genoemd worden, dan worden 4 van de 11 onderdelen minder belangrijk gevonden. Van 7 van de 11 vaardigheden echter, hebben we meerdere mooie voorbeelden mogen aanschouwen. Denk aan probleem oplossend werken, goede communicatievaardigheden en creatief denken. Dus ondanks het gebrek aan inzet van ICT middelen en daaraan gerelateerde vaardigheden, kunnen we toch concluderen dat de scholen die wij hebben bezocht hun 21ste vaardigheden ruimschoots op orde hebben.

21ste vaardigheden USA

 

 

 

Ik ga naar huis en ik neem mee…

Het meest vervelende voor kinderen is als een leerkracht het leren in de weg staat. Zomaar één van de prachtige one-liners van deze week. Ik ging mee als begeleider van het leerproces van 24 volwassenen die op avontuur gingen in het onderwijs in New York en Boston. Steeds weer bewust van mijn rol… zorgen voor de voorwaarden voor deze mensen om tot leren te komen. Prachtig om te zien welk deep level learning er plaatsvond bij de groep, maar zeker ook bij mij. De hele dag door reflecteren op wat je ziet, wat je meemaakt en wat dat met je doet.
Vorig jaar werd ik mij sterk bewust van het thema tijd. Door onze doelgerichtheid staan we het leren van kinderen regelmatig ernstig in de weg. We ervaren tè weinig tijd, voelen ons gehaast en raken snel gefrustreerd als iets meer tijd neemt. Bang dat we ons doel niet halen, maar wat is eigenlijk het doel van onderwijs? Good quality needs good time. Echt leren krijg je pas als je het werk even kan wegleggen, erop mag reflecteren en de kans krijgt het nog beter te doen. Een van de kinderen zei tegen me: I always get the chance to do my work better. Dus neem de tijd, leg het werk eens weg, reflecteer op het proces in plaats van op het eind product. Een leerproces vraagt tijd, dus neem de tijd.
Dit jaar heb ik ervoor gekozen regelmatig uit het proces te stappen. Niet zelf in alle klassen kijken, maar rondhangen op de gang. Wat waardenvol de gesprekjes die we op de gang voerden over wat er gezien was. Als begeleider uit het proces stappen geeft de ruimte om te observeren, om te zien en voelen wat er gebeurt. Onderwijs ontstaat terwijl je ernaar kijkt. Door steeds vragen te stellen help je het leerproces steeds een stapje verder. Net zolang doorvragen tot twijfel ontstaat. The only thing that kills a question is a conclusion. Dit instappen en uitstappen is het thema dat ik mee zal nemen naar Nederland. Wanneer neem ik tijd om het proces te beschouwen en wanneer stap ik als deelnemer in het proces?
Ik heb ook mogen ervaren wat vertrouwen in elkaar en in jezelf betekent voor samenwerking. Leren is een groepsproces met als fundament veiligheid en vertrouwen. Ik ben supertrots op deze groep mensen die samen hebben gezorgd voor deze basis. Trots op de mooie leerprocessen. Trots op de manier waarop deze processen zichtbaar gemaakt zijn in de blogs. Wat een kanjers! Dat belooft wat als we weer terug zijn in Nederland!

Samen werken en vragen stellen

Vandaag het laatste schoolbezoek. De Francis W. Parker school in de country buiten Boston. Na een relatief korte busrit door het prachtige, landelijke gebied werden we ook hier weer heel hartelijk ontvangen en wegwijs gemaakt in de school. Een school voor 7th tot 14th grade studenten, vergelijkbaar met ons Nederlandse voortgezet onderwijs. Een school met een heel fijne sfeer, waar ik een heel goed beeld heb gekregen van wat de waarde is van samenwerken en vragenstellen. Dit ga ik zeker meenemen naar onze eigen school. Ook heb ik gezien dat iedereen verantwoordelijk is voor de hele school. Samen op vrijdagmiddag opruimen, nieuwe belijning aanbrengen op het buitenterrein, de oudere student helpt de jongere, etc. Weer een mooi idee om mee te nemen naar onze eigen school.
Van de Principal informatie gekregen over de bekostiging van het onderwijs en waar hij dagelijks mee bezig is: “(Sponsor)Geld binnenhalen om b.v. het dak te repareren, wat nu gedaan werd (kosten 1,5 miljoen dollar en in 5 jaar ingezameld).”
Maar wat ik vandaag vooral gezien heb, wat ik de overige dagen een beetje gemist heb, zijn leraren die enthousiasme tonen, humor hebben, laten zien dat ze plezier beleven, etc. En dat hoef ik niet mee te nemen naar Nederland, want dat zie ik gelukkig bij mijn collega’s dagelijks.
Morgen terug naar onze eigen, vertrouwde omgeving. Ook weer heel fijn. En daar alle indrukken op een rijtje gaan zetten en filteren wat van waarde voor onze eigen omgeving is. Drie Uilenbrinkers zijn nu in Amerika geweest en samen gaan we keuzes maken. Daar is genoeg inspiratie voor.
Heel fijn dat de beide stichtingen, oh nee onze stichting i.o. SAAM dit mogelijk heeft gemaakt en Ingrid, Martijn en Sandra ons door het hele programma geleid hebben. Bedankt.

Hoe puzzelstukjes in elkaar vallen

De vierde school op de vijfde dag van de schoolbezoeken. Vandaag bezochten we de Francis W. Parker School. Een school voor voortgezet onderwijs. Al heel vroeg zouden we vertrekken, maar omdat de chauffeur van de bus vertraging had, werd het toch wat later. Het was erg mooi om een keer buiten de grote stad te zijn. Een prachtige route, met schitterende herfstkleuren, typisch Amerikaans landschap en de landhuizen zoals je die kent van de tv-series, leidde ons naar de school. Daar aangekomen werden we ontvangen en startte het programma. Alles was pico bello georganiseerd en dat bleek niet alleen betrekking te hebben op de catering en het dagprogramma, maar ook op de school zelf. Wat heb ik genoten van de sfeer in de school en de wijze waarop de interactie tussen de leerkrachten en de leerlingen verliep. De CES principes waren allemaal zo ontzettend zichtbaar. Niet eentje, maar allemaal. Toen we ze tussen de middag met elkaar bespraken, werden ze allemaal genoemd. Dat verklaart ook meteen de titel van dit stukje. Het meest opvallend vond ik de volgende aspecten:
– Er was zoveel respect van iedereen, voor iedereen en elke bijdrage werd gewaardeerd en expliciet benoemd. De leerkracht kreeg voor de les een hug van alle kinderen. Er werd geen kind uitgelachen of onheus bejegend dat afwijkend gedrag vertoonde. (principe 10)
– Er was een check-in (hoe zit je er vandaag bij) en er werd uitgegaan van wat je kunt (Everyone has the ability to do this. I know you can!). (principes 7 en 9)
– Er werd gewerkt met prachtige portfolio’s met duidelijke, eenduidige rubrics. Daardoor was het heel duidelijk welke doelen (hoewel voor elke leerling in een eigen tempo) er waren (principe 3) en werd het eigenaarschap van leerlingen zo helder. (principe 4)
– Leerlingen werden voortdurend uitgedaagd om na te denken. De leerkracht stelde vragen of gaf opdrachten met heel veel ruimte om diepgang te bereiken. Of moet ik zeggen geen ruimte om niet tot diepgang te komen? Veelal waren dit vragen die een beroep deden op het hogere orde denken. (principe 1)
– Tijdens de les over ‘effort’ ging in feite de gehele les over dit begrip. Er waren schitterende werkvormen en er was volop gelegenheid voor interactie en reflectie. Wat een les! En dat over één woord! (principes 2 en 5)
– Er zijn voldoende leerkrachten op de school. De school kiest er bewust voor om minder vakken te geven, waardoor daarop bezuinigd wordt en er geld overblijft om voldoende leerkrachten in de groepen te plaatsen of de groepen klein te houden. (principe 6)

Al met al vond ik het vandaag prachtig. Wat een gelukkige kinderen. En wat een gevoel van community met toch een flink aantal kinderen (zo’n 30%) met special needs. Wat een mooi onderwijs.

Wat ik in elk geval mee wil nemen naar mijn scholen is de growth mindset. Werken aan die growth mindset. Dát brengt kinderen maximaal tot ontwikkeling. Op ’t Ravelijn werken wij al met het gedachtegoed van Carol Dweck. Geweldig! Dat kan en mag nog meer. Op Uilenspiegel wordt al gewerkt met een groot aantal aspecten die mooi aansluiten op de 10 principes. Super! Ook dat mag meer.

Een hoop inspiratie op gedaan en zin om eraan te beginnen. Meteen volgende week!

 

 

 

 

Bevlogen

Vandaag in Boston, een stad die me doet denken aan Rotterdam. Maar volgens de receptionist van Rotterdamse afkomst is de stad wel vele malen groter en nog levendiger.
Na een korte en in vergelijking met New York rustige metroreis werden we heel hartelijk ontvangen in de Mission Hill school. Een school met 244 kinderen in de leeftijd van 3 tot 13 / 14 jaar, verdeeld over 14 groepen van 15 tot 20 kinderen. Hier géén 4 volwassenen in de groep, maar wel 2! Ook in deze school weer een groot aantal kinderen met special needs, hoofdzakelijk op het gebied van gedrag. Welke invloed dit heeft op de groepen en het professioneel gedrag van de leerkrachten, heb ik ook vandaag weer duidelijk gezien. Bewonderenswaardig om te zien hoe rustig de volwassene blijft, en in staat blijft vragen te stellen aan het kind. Iets wat ik van mijn collega’s op de Uilenbrink ook altijd al zo bewonder. Hier wordt het echter door het intensief vragen stellen nog zichtbaarder. De rust voelt de Amerikaanse collega zeker niet altijd van binnen. Ook zij/hij heeft een vol programma, maakt vele uren, m.a.w. ook hier wordt keihard gewerkt en soms ‘heel diep gezucht’.
Vandaag uitgebreid gesproken met Ayla, de bevlogen Principal van deze school. Heel toegankelijk en werkend vol overgave volgens de principes van de CES. Samen met haar collega’s, als lid van haar team, geeft zij inhoud aan het onderwijs. Zij komt dagelijks in de diverse groepen, neemt deel aan het onderwijsproces, praat en handelt met kinderen, spreekt met ouders, overlegt met haar collega’s, heeft aandacht voor de mens om haar heen, draagt mede zorg voor de professionele ontwikkeling van het team, durft perfectie los te laten, heeft veel overleg met haar collega directeuren, de city, het district, heeft zorg om de (lente) toetsresultaten, etc. Kortom niet anders dan ook wij in Nederland mee te dealen hebben. Zij verstaat wel de kunst keuzes te maken die passen bij haar overtuiging. Deze keuze uit te leggen en een andere, onderbouwde weg in te slaan. Ze staat voor haar principes en kan dit uitleggen. Daar kan ik nog wel wat van leren. Staan voor je eigen overtuiging en deze onderbouwd en gemotiveerd uitvoeren in praktijk.
Een van de graadmeters voor goed handelen is voor Ayla het kind. Stel aan de kinderen de vraag of zij denken dat je het goed doet. Praat daarnaast samen heel veel over je ontwikkeling. Heb vertrouwen in de professional en het kind. Een overtuiging die ik al had en waar ik op de diverse scholen weer in bevestigd ben. Als we daarbij samen in gesprek blijven over wat we met ons onderwijs willen en de stem van het kind ook een rol laten spelen, kunnen we op de Uilenbrink nog mooier onderwijs maken dan waar we nu al zo trots op zijn.
Deze avond een biertje gedronken in de pub bekend van de tv-serie ‘Cheers’. Leuk om daar te zijn en kort in gesprek te raken met enkele toeristen uit Los Angeles. Wat zij vooral vonden, is dat we maar niet zoveel aan ‘goede ideeën’ over het onderwijs uit Amerika mee moeten nemen naar Nederland. Daarmee doelden zij met name op de dwingende Amerikaanse testcultuur. Ik kon hen uit leggen dat (de ouders van) CES scholen een andere keuze durven te maken. En dát wil ik wél meenemen naar Nederland, in ieder geval als startpunt voor een goed gesprek.
Een mooie bagage dankzij een bezoek een school waar met grote bevlogenheid aandacht is voor vele kinderen. En daar gaan we in Nederland op de Uilenbrink ook ‘gewoon’ mee verder.

Mission Hill

Tijdens de klassenbezoeken veel bijzondere kinderen gezien, instructie individueel en in kleine groepen. Vooral lesgeven vanuit veel rust, vertrouwen in het kind en steeds liefdevol.

Ook deze school is sterk in visueel maken, goede vragen stellen en bespreken wat je leert.

We ontmoeten de bevlogen principal. Ik herken veel overeenkomsten in ons werk tijdens een fijn gesprek. Kinderen een eigen keuze laten maken? Biedt ze de gelegenheid en ruimte, zorg voor materialen. Wat hun doelen zijn? Vraag ze! Dat is het eigenlijk: de gewoonte om verdiepende vragen te stellen vanuit heel veel vertrouwen in het kind.

Hoe kan ik de gedachte ‘zelf voorbeeld zijn, vertrouw en let go of perfection’ blijven vasthouden?

 

 

 

 

 

 

 

Workshops in Neighborhoodschool

Zingen met z’n allen in de school, hoe warm weer! Toch in gesprek of we wat kunnen organiseren voor kinderen en collega’s die hier voor willen gaan?

Meteen de groep in actie gezet. Hoog tempo, denken over autoriteit en wat het voor jou betekent verwerken in verschillende mogelijkheden, spelen eigenlijk, zelf kiezen waarmee. Meest krachtige vond ik dus vandaag dat je op deze manier ervaart hoe kinderen dit beleven. Snel starten, met of zonder plan, is de opdracht wel duidelijk?Vooral hoe je dan leert over jezelf en elkaar als je maar reflecteert. Hoe belangrijk dus: praten over jouw proces, dat van de groep, de verschillen van benaderen, denken, aanpakken. Dan komt leren in beeld! We brainstormen over welke vragen daarbij belangrijk zijn, dat kan ook mét kinderen. Dat past zo mooi bij onze teamontwikkeling!

Hoe kan ik deze sterke ervaring van het zelf ervaren straks gaan gebruiken?

Een nieuwe indruk

Het bezoek aan de 2e school de Neighborhood school, voegde weer iets toe aan het beeld van een CES school dat ik de eerste dag had opgedaan. Ook hier zag ik weer bevlogen leerkrachten, veel handen in de klas, aandacht voor creatieve ontwikkeling, projecttime, diversiteit, betrokken ouders, gemotiveerde kinderen, een oud school gebouw met volle (rommelige) klassen, een bevlogen Principle, etc.
Ten opzichte van de Castle Bridge school nam ik hier een iets duidelijkere structuur waar. En dat past wat beter bij mij.
Ik heb tijdens een gesprek met de Principle meer duidelijkheid gekregen over de financieringsstromen en keuzes die gemaakt worden en kunnen gemaakt worden op het gebied van de inzet van personeel. Kunnen we daar in Nederland ook meer ruimte voor vinden? De begroting moet nog vastgesteld worden en het gesprek erover kunnen we met elkaar aangaan.
Ik heb gezien dat kinderen met grote maatschappelijke thema’s bezig zijn en antwoorden proberen te vinden op (volwassen) vraagstukken. De creatieve wijze waarop zij de antwoorden vinden en verwerken in ‘projecttime’ zorgt er denk ik voor dat het volwassen problemen blijven en het kind nog als kind de wereld kan beleven.
‘Jaloers’ ben ik op de rust die leerkrachten uitstralen en de rust die ik in de school ervaar. Ik mis op sommige momenten de sprankeling en de humor.
Ik vind het interessant gezien te hebben hoe met kinderen terug en vooruitgekeken wordt op hun dagelijkse ontwikkeling. Bruikbaar voor de fase waarin we met ons eigen team verkeren en een hulpmiddel voor het afstudeertraject van onze LIO, feedback gesprekken met kinderen.
Tijdens ons 2e bezoek aan de Neighborhood school heb ik fijne gesprekken gehad met enkele van onze Amerikaanse collega’s (ik verbaas me over mijn spreekvaardigheid in de Engelse taal). Gedreven en gemotiveerde mensen die bewust ervoor gekozen hebben op deze school volgens de principes van de Essential schools te werken. Men is bereid hard te werken voor alle kinderen, kan daarbij rust uitstralen, maar men heeft ook hier  op sommige momenten te dealen met onrust in zichzelf. Men geeft de kinderen het vertrouwen dat ze zelf kunnen leren. De volwassene stelt de verdiepende en op weg helpende vragen. Ook hier weer een verbinding met onze eigen schoolontwikkeling. Welke ruimte heeft het kind in het bepalen van zijn eigen ontwikkelingstraject? In welke mate kan/ mag het kind eigenaar zijn van zijn/haar eigen ontwikkeling. ‘Projecttime’ zou hier een bijdrage aan kunnen leveren. Dus weg met al die afzonderlijke methodes en aan de slag met vak geïntegreerd onderwijs? We gaan met de werkgroep in gesprek.
De dagen in New York afgesloten met een evaluatief gesprek met enkele medewerkers van de Castle Bridge school en de Neighborhood school. Op naar de Mission Hill school in Boston.

Blogjesdenker

Bloggen is een manier om je gedachten te ordenen. En dat is tijdens deze studiereis nodig ook. Overal om je heen hoor je: “Poe, wat een berg informatie, mijn hoofd zit overvol!”

Ik zie dan een trechter voor me waar je al die plukjes informatie in dropt de hele dag en dat er dan aan het einde van de dag onderaan het tuitje een concrete conclusie of leeropbrengst uitdruppelt. En als dat dan allemaal lukt val je als een Blog in slaap.
Maar zo simpel is het natuurlijk niet.

In een reactie op mijn vorige blog vroeg iemand me naar aanleiding van alle nieuwe inzichten met welke bril ik naar mijn eigen werk ga kijken. En dat vind ik een goede, doch lastige vraag. Want ik heb nog niet echt de kans gehad om met leerkrachten van de CES scholen van gedachten te wisselen over het gebruik van ICT in het onderwijs. Via directeuren die gesproken hebben met de principal van de Neigborhoodschool hoorde ik dat kinderen thuis al veel met ICT in aanraking kwamen. Daarom waren zij er op school terughoudend mee. Bij mij rijst dan meteen de vraag: wie leert ze dan goed en kritisch zoeken op Google? Wie leert ze een gedegen presentatie maken? Wie leert ze effectief werken met een  tekstverwerker? En dan hebben we het nog niet over social media.

informatietrechter.jpg

Dus zonder dit gesprek aan te gaan, vind ik het lastig te reflecteren op mijn eigen werkzaamheden. Maar bij de eerste reflectievraag in de bus vandaag, moest ik nadenken wat ik over mezelf had geleerd. Één inzicht van vandaag is dat ik dus die trechter nodig heb. Ik ben een analytisch persoon en vind het fijn om complexe vraagstukken terug te brengen naar concrete stukken informatie. Hapklare brokken, met een begin en een einde. Grappig is dat dit in de 21st centuryskills ‘Computational Thinking’ genoemd wordt, één van de vaardigheden die wij kinderen bij moeten brengen, volgens het curriculum van SLO. Om computers complexe opdrachten te laten verwerken, moeten deze opdrachten opgedeeld worden in concrete deelopdrachten. Het leren programmeren is een onderdeel van Computational Thinking.

Het is dan ook verrassend dat ik erg kan genieten van de alles behalve hokjesdenker José. Hij blijkt sinds 13 jaar in New York te wonen. Hij is geboren en opgegroeid in Puerto Rico. Daar was hij muziek- en tekstschrijver. Ik kan hem ook echt beschrijven als een kunstenaar die ook leerkracht is. Hij kan heel inspirerend vertellen, maar zijn vragen en conclusies zijn eigenlijk altijd open en abstract. Eigenlijk zegt ie: ‘een vraag moet leiden tot heel veel meer vragen, anders zaten we hier nu niet.’ En daar heeft hij gelijk in. En dat staat haaks op het oplossingsdenken waar ik mij fijn bij voel.

Één van de laatste evaluatievragen van dag drie was, wat je meer gaat doen? Die vraag komt een beetje overeen met de vraag van met welke bril ik naar mijn eigen werk ga kijken.
En nu ik nagedacht heb over het gedachtegoed van José, heb ik met mezelf afgesproken meer aandacht te hebben voor open vragen. Meer aandacht voor vragen die vragen opwekken. Meer vertrouwen in het belang van het proces en waar mogelijk minder oplossingsgericht.

Time

Yesterday I took the challenge to make a blog in English. Today we visited the Neighborhood school. They also asked me to write a report for them. Nice to see how eager they are to learn.

Today we saw ‘less is more – depth over coverage’ in many lessons. Teachers take time to approach a things from different angels. The name-study was a great example of this. The name of a student was analysed… What letters do we know, how do we spell the name, how many vowels are there in this name et cetera.

In this school we saw examples of creating a quiet atmosphere. Children were made aware of their own bodies and feelings by meditation, mindfulness and  questions about their bodies by the teachers.

‘Student-as-worker, teacher-as-coach’ was especially visible at projecttime. Children were given full responsibility to do the task. The teacher guides the children by asking questions. The focus of teachers is on the process of learning instead of the product.

There is a great sense of community at the school. Parents told us they really feel welcome. The know the Staff and are involved in the learning of their kids. Parents feel that the development of their child is a team effort (child, parent and teacher).

Taking time sometimes has the side effect that the learning feels slow and less efficient. There is a big difference of approach in projecttime and other subjects. In maths, Spanish or other subjects the children have to sit down and listen to the instruction. some children seem bored during these instruction time. We wonder whether it is possible to differentiate more in these subjects.

We saw there was a difference between younger and older kids in project time. First the children have to learn working with material. Later they learn  to make a plan, a model and an end product. We wonder whether the younger kids are able to make plans also.

We had great day, learned a lot and are curious to experience projecttime tomorrow!